Historisch Nieuws: ook landmeters bij 'Oog voor talent'
Geraadpleegde literatuur (eerste aanvulling)
- Anon.. Het puntenstelsel van de
RijksdriehoeksmetingDienst van het
Kadaster en de Openbare Registers,
Apeldoorn 1974.
- Bruins, G.J., "Openingswoord van de
voorzitter van de commissie" (15 maart
1979), The Centenary of the Netherlands
Geodetic Commission, Pitbl. of the
Netherlands Geodetic Commission, (N. van
der Schraaf, red.), Delft 1979, pp. 9-13.
- Idem, "De herdenking van de 100e geboor
tedag van Prof.Dr.Ir. Vening Meinesz",
Geodesia 19)87-11pp. 442-456.
- Daub, A.J., Meten met maten. Vademecum
van veertig eeuwen, Apeldoorn/Zutphen
1974.
- Faasse, Patricia E., "De ontdekking van de
ondergrond. Anderhalve eeuw toegepast
geowetenschappelijk onderzoek in
Nederland", Geologie van Nederland, deel 6,
Utrecht 2002.
- Ham, Willem van der, Heersen en beheersen.
Rijkswaterstaat in de twintigste eeuw,
Zaltbommel 1999.
- Hamelberg, P.J., "De standaarden van lengte
maat en gewicht", Tijdsein: voor kadaster en
landmeetkunde 28 i 912), pp. 60-69.
- Heuvelink, Hk.J., Rijksdriehoeksmeting
1885-1928. Basis bij Stroe 1913, Delft 1932.
- Knippenberg, Hans en Willem van der Ham,
Een bron van aanhoudende zorg. 75 jaar
ministerie van Onderwijs [Kunsten] en
Wetenschappen 1918-1993, Assen 1993.
- Minnaert, M.J.G., "The adoption of the
metric system by the Netherlands: historical
circumstances, events, personalities", De
Ingenieur 1970, pp. A 534-540.
- Muller, J.J.A., "De Rijkscommissie voor
Graadmeting en Waterpassing 1879-1929",
De Ingenieur 44 (1929), nr 7, pp. A63-A66.
- Sande Bakhuyzen, H.G. van de, N.
Wildeboer en J.W. Dieperink, "Graadmeting.
Vergelijking van de bij de basismeting bij
Stroe gebruikte meetstaaf met den
Nederlandschen meter N". 27" (uit verslag
KAW 27 juni 1914, medegedeeld doorT.
Polêe), Tijdschr. voor kadaster en landmeet
kunde 21 (1915), pp. 9-21.
De Fundatie van de Vrij vrouwe van
Renswoude bestaat 250 jaar en dat wordt
herdacht. In 1754 overleed de steenrijke Maria
Duyst van Voorhout. Het grootste deel van haar
vermogen, bijna 100 miljoen euro naar huidige
maatstaven, liet zij na aan weeshuizen in Delft,
Den Haag en Utrecht. Elk weeshuis richtte een
stichting (Fundatie) op om het eigen deel van
de nalatenschap te beheren. De opbrengst was
bestemd voor hoger beroepsonderwijs aan
getalenteerde weesjongens.
In het kader van het jubileum werd ondermeer
van 9 april tot en met 13 juni 2004 in het
Haags Historisch Museum een tentoonstelling
gehouden onder de titel "Oog voor talent" met
ook aandacht voor landmeters en kaarten.
De expositie toonde aan een groter publiek een
kaart uit de normaal besloten collectie van de
Utrechtse Fundatie. Het was een plattegrond
van Utrecht door Reinier Vinkeles uit 1778.
Deze was vervaardigd naar opmetingen en
tekeningen "van de elèves Raven, Colognac en
Van Tuijl als aankomend landmeters Ook zag
een breder publiek uit de Koninklijke
Verzamelingen te Den Haag een kaart van het
landgoed Raaphorst te Wassenaar, in 1785
gekopieerd door F.W. Conrad (1769-1808),
leerling in de Renswoudelundatie te Delft. Van
deze wees met een glanzende
Waterstaatsloopbaan - hij werd inspecteur-
generaal - hing er ook een aquatint. De
beschrijving gaf zijn voorbeeldige snelle start
weer: al tijdens zijn opleiding aan de Delftse
Fundatie werd hij in 1788 aangesteld tot
adjunct-landmeter.
Van de expositie heb ik genoten en in het
najaar van 2004 volgt over de Fundatie nog een
uitgebreide wetenschappelijke publicatie door
54