Herverkaveling Schoiiwen-Duiveland: verdichting van de meetkundige grondslag In de maand februari 2003 is uitgebreid herdacht, dat 50 jaar geleden de stormramp in Zeeland plaats vond. Maar het is op zijn minst ook bijzonder, dat nog in datzelfde jaar 1953 en wel op 7 november, het laatste grote dijkgat bij Ouwerkerk werd gesloten. De ramp van 1953 bracht onherstelbaar veel leed: 1835 dodelijke slachtoffers vielen te betreuren. De materiële schade in de rampgebieden van Schouwen-Duiveland, Tholen en Zuid- Beveland was enorm. Het herstellen van de dijken met het oog op de veiligheid had direct de hoogste prioriteit. De sluiting van het dijkgat van Ouwerkerk was op Schouwen- Duiveland het sluitstuk van een spectaculaire aanpak van het dijkherstel, dat later gevolgd zou worden door een minstens zo indruk wekkend Deltaplan. Een groot aantal boerde rijen en woningen was geheel vernield. De infrastructuur had grote schade geleden. De belangrijkste bron van de Zeeuwse economie was de landbouw. In veel Zeeuwse polders waren door vele maanden van eb en vloed de waterafvoer, de ontsluiting en de bouwvoor van het land zeer ernstig aangetast. Minder in het oogspringend dan het dijkherstel, maar voor de bevolking minstens zo belangrijk was daarom het landbouwherstel. Een groot schalige aanpak om de landbouw te herstellen was noodzakelijk en werd in feite al op 7 augustus 1953 in gang gezet door de aan name van de Herverkavelingswet Nood- gebieden. Bij dit wetje van één bladzijde werd de Herverkavelingswet Walcheren van 27 november 1947 van toepassing verklaard op de zwaar getroffen Zeeuwse gebieden. Met de toepassing van de wet van 1947 hadden de Cultuurtechnische Dienst en het Kadaster op het in de oorlog zwaar getroffen Walcheren met het landbouwherstel ruime ervaring opgedaan. Deze wet gaf aan overheden en de 56 op 9 oktober 1953 geïnstalleerde Herverkave- lingscommisie Zeeland aanzienlijk meer bevoegdheden, dan de vigerende Ruilverkave- lingswet 1938. Op Schouwen-Duiveland werd binnen een maand na sluiting van het dijkgat van Ouwerkerk, al op 1 december 1953, in Zierikzee het Bureau van Uitvoering geïnstal leerd. Dit bureau bestond uit functionarissen van Cultuurtechnische Dienst, Kadaster, Landbouwvoorlichting, en de Plaatselijke Bureauhouder van het Ministerie van Land bouw. De Herverkavelingscommisssie Zeeland en de Bureaus van Uitvoering pakten het herstel voortvarend aan. Ir. W.A. van der Werf, hoofd van het Bureau van Uitvoering te Middelburg besloot op 14 november 1953 zijn lezing over de Herverkaveling Walcheren aldus: "Voor de ambtenaren van het Kadaster is een mooie taak weggelegd". Hij is er van overtuigd, dat wie de moed heeft de stap in dc modder te doen, na volbrachte arbeid zal zeggen: "dit had ik niet graag willen missen". Vele kadastermensen hebben die stap in de modder gezet, waarmede in Zeeland, naast de uitvoering van cultuur technische werken, ook veel landmeetkundige werken met vaak nieuwe werkmethoden op gang kwamen. In het herverkavelingsgebied Schouwen- Duiveland werden als gevolg van de bijzondere situatie een aantal unieke landmeetkundige activiteiten ontwikkeld. De nieuwe kavelindeling Bij normale ruilverkavelingen was er een ruime voorbereidingsperiode, waarin voordat er een schop de grond inging, al heel veel werk werd verricht. Men kan stellen dat nu voor bereiding en uitvoering ten dele gelijktijdig uitgevoerd moesten worden. Ter illustratie: Op Schouwen-Duiveland alleen al moesten 224 bedrijven vanuit de veelal verwoeste O O O O J.H. Holsbrink Inleiding

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2004 | | pagina 18