Readies Fort Batenstein in Ghana Naar aanleiding van het artikel over het boven genoemde fort in het nummer van juni 2003 (jg- 5, nr. 2) wil ik er op wijzen dat in de titel en in de tekst ten onrechte wordt gesteld dat het hier gaat om een fort van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Dit gebied behoorde echter tot het handelsterrein van de Geoctroyeerde West-Indische Compagnie (GWC), meestal aangeduid als WIC, die daar vanaf het begin van haar oprichting in 1621 werkzaam is geweest. Het is verder wellicht interessant om te weten dat afb. 1 op p. 46 afkomstig is uit een in 1703 voor het eerst verschenen boek van de (voormalige) Raad en Opperkoopman Willem Bosman getiteld "Nauwkeurige Beschrijving van de Guinese Goud- Tand- en Slavekust' Het boek werd herdrukt in 1709, 1719 en 1737 en is daarnaast ook vertaald in het Engels, Frans, Duits en Italiaans, duidelijk een succes story. De publicatie bevat o.a. tekeningen van de diverse forten en kastelen, waaronder Batenstein. Een latere verkorte uitgave, voorzien van actuele kanttekeningen van de bekende journa list Aad van den Heuvel, is getiteld "Willem Bosman in Goud en Slaven. Een reisverslag naar aanleiding van dagboeknotities met foto's van Annette Kentie", Amsterdam 1981, ISBN 90 290 1467 9. Van den Heuvel noemt op p. 29 en 159 ook dr. van Dantzig en zijn inspan ningen voor het herstel en behoud van Batenstein, dat was dus 23 jaar geleden. Over volhouden gesproken! Van den Heuvel bekijkt en vergelijkt het Afrika van nu met toen. De teksten van Bosman en Van den Heuvel lopen logisch in elkaar over, ze zijn geïllustreerd met zwart/wit- en kleuren foto's en een aantal van de gravures van forten uit het boek van Bosman. In de 18e eeuw zijn door militairen in de perioden 1786-1787 en 1790-1791 plattegronden en gezichten van een aantal van deze forten gemaakt. Deze zijn nu te vinden in ons Nationaal Archief in Den Haag, Batenstein is daar ook bij: VEL 756 en 755. Een vergelijking met de opmeting van de heren Van Elteren en Dahnen is dus mogelijk. H.C. Pouls Nijmegen en De Duffelt 'Met genoegen' heb ik weer het nieuwe nummer van uw blad doorgekeken, en ik wil er enkele opmerkingen aan wijden. Jan van Eek, die in oktober 2003 zijn wel verdiende prijs ontving, waarmee ik hem als streekgenoot en goede bekende nog graag feliciteer, is inderdaad, zoals u op blz. 28/9 zegt, geboren "achter Nijmegen", maar nét niet meer in de Ooijpolder. Persingen ligt daar wél in, maar Leuth, Kekerdom en Millingen aan de Rijn liggen in de Duffelt, de naam van de grotere streek die ook "het aangrenzende Duitse gebied" (die Düffel) bestrijkt. U kunt dat bijvoorbeeld zien, als u de webstek van het HoogWaterPlatform opzoekt. Ik meen dat dit gegeven in uw kringen verduidelijkt dient te worden, misschien zelfs wel met een artikeltje van uw verdienstelijke redacteur! Hij zal dat graag doen, want zijn woonhuis staat bijna tegenover de bewaarde oude zuivelfabriek "De Duffelt"! Ik ben er overigens ook zelf (als Millingenaar) best toe bereid: het zou niet de eerste keer zijn. In zijn zeer lezenswaardige bijdrage "Historisch Nieuws: gezien in Nijmegen" is Jan helaas even in de fout gegaan, wanneer hij schrijft: "De Nieuwe Haven aan de Waal was zelfs volledig verdwenen. Onder oude verflagen bleek een doorgang - met ophaalbruggetje - te zitten." Dit had ongeveer als volgt moeten luiden: "De door velen node gemiste toegang tot de Nieuwe Haven bleek te zijn verdwenen onder oude verflagen. De restauratie bracht een door gang - met ophaalbruggetje - te voorschijn." Met vriendelijke groet en veel waardering voor uw tijdschrift, Willem Spann, OSFS, Gasthuisring 54, 5041 DT TILBURG.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2004 | | pagina 29