conglomeraten worden opgeborgen en binnen
elk daarvan moest worden geoptimaliseerd
In het Hoge en Lage Bergsche Bos ten noord
oosten van Rotterdam is dat onderscheid tot in
de finesses doorgevoerd. Bij de ingang moetje
beslissen of je komt om te frisbeeën, pick
nicken, zwemmen, poedelen of vissen en of je
op skates, de fiets of lopend bent. Dat staat dus
allemaal op bordjes en er staat natuurlijk ook
steeds op de bordjes aangegeven wat er
allemaal niet mag...!" Zoals gezegd interes
sante leesstof maar hoe kijken we over twintig,
vijfentwintig jaar naar de opvattingen van deze
planologen?
Dit gedeelte beslaat ongeveer een derde deel van
het boek. Daarna volgen de hiervoor genoemde
drie thema's over de veranderingen van het
Nederlandse landschap. Gezien de veelheid van
aspecten is de tekst noodzakelijkerwijs beknopt
gebleven. Dat is jammer want diverse malen zou
de lezer wat meer willen weten. Men moet het
nu doen met korte inleidingen en de teksten bij
de vele illustraties. Het is daarom ook te
betreuren dat er geen literatuurverwijzingen zijn
opgenomen. Wel begint elk themahoofdstuk met
archiefinformatie over de afbeeldingen. Jammer
is echter dat sterk verkleinde afbeeldingen hier
op een donkerblauwe achtergrond zijn afgebeeld
en daardoor nauwelijks herkenbaar zijn.
Al met al is dit een boeiend en instructief boek
maar het blijft vooral een KIJKboek.
N. Mattier e.a. - De Nieuwe Hollandse
Waterlinie. Zwolle/Asperen 2001
ISBN 90 400 9553 I, 152 bit.
Deze publicatie verscheen naar aanleiding van
een zomermanifestatie over de Hollandse
waterlinie in het fort Asperen. De toenmalige
staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij G.H. Faber schreef een voorwoord.
Het boekwerk bestaat verder uit drie bijdragen
van verschillende auteurs:
A. Nicolaas Matsier - Een goed bewaard
geheim. Dit is een aardig geschreven, gedeelte
lijk geschiedkundig verhaal over het ontstaan
van de Hollandse Waterlinie (1672 tot de
Franse tijd) en de Nieuwe Hollandse Waterlinie
(vanaf 1815). Duidelijk komt naar voren dat de
in de loop der tijden veranderde inzichten in
verdediging en aanval de oorzaak waren dat de
vestingwerken steeds sneller verouderden en
aangepast moesten worden aan nieuwe aanvals-
technieken. Deze bijdrage is geïllustreerd met
zwart/wit afbeeldingen van ontwerpen voor
vestingwerken en wapens en verder met een
groot aantal foto's van ons leger in de mobili
satietijd 1939-1940. Deze foto's hebben weinig
te maken met de tekst van Matsier, ze geven
wel een aardig tijdsbeeld over hoe het toen was
gesteld met ons leger. Aan het eind wordt de
geraadpleegde literatuur genoemd.
B. Carl de Keyzer - Panorama's van de linie.
Deze bijdrage bevat 21 panoramafoto's van
vestingwerken en forten van de Nieuwe
Hollandse Waterlinie. De zwart/wit foto's met
formaat 29 x 9 cm zijn weergegeven over twee
pagina's. Onbegrijpelijk is dat er bij-de foto's
niets is vermeld. Men moet steeds op de laatste
twee bladzijden van deze bijdrage kijken om te
lezen op welk fort of vestingwerk de foto
betrekking heeft. De kwaliteit van de foto's valt
tegen, een aantal is te donker en vaak vraagt de
beschouwer zich af wat er eigenlijk te zien is.
Zo zijn er op een op blz. 68 wat grote letters te
zien, maar wat is de betekenis? Op blz. 98 en
99 staat een foto met wat bomen en struiken
maar wat heeft dat te maken met vestingbouw?
Het ontbreken van een toelichting bij de foto's
is duidelijk een tekort.
C. Selma Schepel - De waterlinie in de eenen
twintigste eeuw. Deze bijdrage begint met een
geschiedkundig overzicht over de totstand
koming van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
Vervolgens worden een aantal kunstwerken
beschreven, heel bijzonder is hierbij de
zogenaamde 'plofsluis', het meest bizarre werk
van de hele waterlinie. De aanleg van het
Amsterdam-Rijnkanaal vormde een groot
probleem: geïnundeerde gebieden zouden via
dit nieuwe kanaal kunnen leeglopen. Daarom
werd in 1934 een bijzondere versperring
bedacht. Over het kanaal werd een kolossale
betonnen container gebouwd met daarin vijf
bakken, die gevuld waren met zand, grind en
puin. De bodem kon tot ontploffing gebracht
worden, zodat de puinmassa in het water zou
storten en het zo afsluiten. Deze plofsluis heeft
nooit dienst gedaan want bij de Duitse inval in
1940 was het werk nog niet klaar.....
no