Varia: Snellius was meer vernoemd
bijvoorbeeld in ons eigen wadden- en/of delta
gebied leest het boek in korte tijd uit. Het
beschrijft niet alleen de leef- en werkomstan
digheden aan boord en op de wal, maar ook
hoe de technische en logistieke werkzaam
heden en de daarbij voorkomende problemen
op een creatieve wijze worden opgelost.
Beschreven wordt onder meer hoe bij voorkeur
vanuit de wal met geodetische precisie
driehoeksnetten worden ontworpen, gemeten
en als basis dienden voor de uiteindelijke kaart
van de zeebodem. Doch als dat niet mogelijk is
worden driehoeknetten opgezet onder het
motto 'als het niet kan zoals het moet, moet het
zoals het kanLeuke anekdotes komen er
uiteraard ook in voor zoals: de hoekpunten van
driehoeksnetten werden met éénlettergrepige
woorden benoemd. Als men lang van huis is en
het thuisfront begint te trekken, komt men
soms tot creatieve oplossingen in het
benoemen van driehoekspunten in de Geelvink
Baai, nl.: WIJ, GAAN, GAUW, NAAR, HOL,
LAND, TOE.
Achter in het boek worden onder de kop
'Hydrografie in een notendopde technieken
van het werk beschreven: afstandmetingen,
hoekmeten, dieptemeting, driehoeksmeting,
astronomische positie, baak zetten, getijden,
loden en dreggen maar ook het registreren,
construeren en verwerken van de gegevens.
Dit scheiden van het technische deel van het
beschrijven van de dagelijkse gebeurtenissen
maakt het geheel prettig leesbaar.
Wim van Beusekom
"Lang voor de hydrostatische waterpassing zijn
intrede zou doen, maten Waalewijn en collega's
beginjaren vijftig een optische waterpassing
over het Volkerak. Ze hadden de beschikking
over het vlet Snellius van de Meetkundige
Dienst. Als praktikant was daarbij de luitenant
ter-zee eerste klasse W. Langeraar die het vlet
bestuurde, bij gebrek aan een MD-schipper.
Hij zou later als schout-bij-nacht hoofd van de
Dienst der Hydrografie worden."
Uit: Modem, personeelsblad RWS-AGI,
maart 2004