aan de ijking van de Nederlandse standaarden ten opzichte van de internationale (nummer 6) en wist zo, met steun van voorzitter Van de Sande Bakhuyzen, de met name door Heuvelink bepleite keuze voor de internatio nale versie te blokkeren. Het was na het overlijden in 1911 van Bosscha, dat de commissie in 1912 na rijp beraad besloot gebruik te maken van in Frankrijk geleende apparatuur. Daarmee scheen zij impliciet voor de internationaal aanvaarde versie van de standaardmeter te hebben gekozen, ware het niet dat Van de Sande Bakhuyzen de gelegen heid dat de ijkapparatuur in Frankrijk tijdelijk in het ongerede was te baat nam om de bij de geleende apparatuur behorende 4 meter lange invar-meetstaaf alsnog 'Nederlands' te ijken. Met de Franse apparatuur kwam het in 1913 over een lengte van ruim 4 km over het rijwiel pad langs de rijksstraatweg van Amersfoort naar Apeldoorn, ter hoogte van Stroe tot een nieuwe basismeting. Met voor het driehoeksnet twee schalen als uitkomst: één op grond van de meegeleverde 'internationale' ijking van de Franse apparatuur èn een 'Nederlandse' aan nummer 27, in december 1913 door Van de Sande Bakhuyzen persoonlijk in Delft uit gevoerd. Hij werd daarbij geassisteerd door de ingenieurs Wildeboer en J.W. Dieperink (later hoogleraar in Wageningen en lid van de commissie) en een door Heuvelink ter beschik king gestelde instrumentmaker. Door de oorlogsomstandigheden zou het 1921 worden voordat de Nederlandse standaarden nummers 19 en 27 in Sèvres direct met de gebruikskopie (nummer 26) van de internationale meter (nummer 6) konden worden vergeleken en 1923 voordat de RCGW daaruit kon vaststellen dat, bij herberekening met de internationale meter, het RD-net ten opzichte van de uit- AJb. 1. Basismeting bij Stroe, 1913, coll. NCG. komsten van 1909 met de Bonner basis, een destijds verwaarloosbare schaalverandering van één op miljoen zou ondergaan. Dit waarschijnlijk al verwachtende - anders dan Nederland, had Duitsland in 1875 wél de Meterconventie onderschreven - had de commissie in 1918 om praktische redenen inmiddels besloten het bij de Bonner basis te houden. Onder de vele bases die na 1912 her en der over wereld werden gemeten, was Stroe de laatste waarbij meetstaven werden gebruikt; elders bediende men zich inmiddels van invar- draden. Met zijn aversie tegen het bureau te Sèvres, waarbij hij zich trouwens aanvankelijk wist gesteund door sterrenkundige zwaargewichten als U.J.J. Leverrier, G.B. Airy en O. Struve, had Bosscha niet alleen de basismeting opgehouden, maar ook de toetreding van Nederland tot de conventie van 1875. Die zou, ook als gevolg van de Eerste Wereldoorlog, pas in 1929 haar beslag krijgen. Bosscha en Oudemans hadden zich in, respectievelijk kort na, 1880 ieder van de beschikking over één van de nieuwe meters verzekerd. Bosscha in Delft, zeer tot ongenoegen van de KAW, die voordien voor het bewaren van de metrieke standaarden had gezorgd en er nu ook voor was aangewezen. Oudemans' belang stelling voor één van de meters kwam voort uit zijn in 1874 voltooide triangulatie van Java, waarbij hij het had moeten stellen met een dubieuze lengtemaat en die hij nu alsnog op juistheid wilde controleren. In 1887 werd het in Delft bewaarde exemplaar nummer 19 niettemin van regeringswege erkend als de officiële Nederlandse standaardmeter, voor Bosscha blijk baar voldoende reden om er voor te pleiten de nieuwe lengtebasis van het Nederlandse rijks- driehoeksnet uit te drukken in zusterexemplaar 27 dat, inmiddels blijkbaar ook in Delft, als geodetische werkstandaard werd gebruikt. In het nieuwe geodesiegebouw Kanaalweg 4 was in 1897 "een zaal waarin zich de comparateur bevindt, een toestel gebruikt om verschillende meetstaven te vergelijken onderling en met den standaardmeter, het model van den Parijschen". Stellig de locatie waarVan de Sande Bakhuyzen in 1913 de ijking van de Franse 4-meterstaaf aan de Nederlandse standaard nummer 27, ter beschikking gesteld door de "Commissie voor de bewaring der standaarden", zou uitvoeren. De 43

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2004 | | pagina 5