GPS-metingen te doen; de AGRS-service zorgde voor de rest, zoals het Kadaster en de MD sinds jaar en dag voor de RD-coördinaten, respectievelijk de NAP-hoogte van referentie punten zorgden. Hoewel, met het GPS-kernnet in opbouw, de praktijk aanvankelijk terughou dend reageerde, kwam het in oktober 1995 tot een samenwerkingsovereenkomst tussen het Kadaster, de MD en de Faculteit der Geodesie om onder de paraplu van de NCG te werken aan een prototype van een Nederlands AGRS. De KNAW ondersteunde het onderzoek door een extra subsidie. In oktober 1997 werd het AGRS.NL door de voor de instandhouding van de geometrische infrastructuur van Nederland gezamenlijk verantwoordelijke diensten van het Kadaster en de MD (RDNAP) officieel in gebruik genomen. 'Delft' bleef functioneren voor de verdere ontwikkeling en voor de wetenschappelijke toepassingen van het systeem. Wat die laatste betreft kan het AGRS.NL regionaal worden vergeleken met de International GPS Geodynamics Service (IGS), die door de IAG internationaal wordt geboden. Sinds 2001 gebruiken Kadaster en MD het AGRS.NL bij de certificering van commerciële GPS-subinfrastructuren, belang rijk om de al genoemde dreigende wildgroei te beteugelen. In 1991 was de NCG via haar toenmalige Subcommissie Bodembeweging een klank bordfunctie toebedeeld bij een door de RWS (MD en Directie Noordzee) en de Rijks Geologische Dienst uitgevoerd onderzoek naar de bodembeweging in Nederland. Een kritische analyse van de uitkomsten van de vier eerste NWP'n had voorlopig geleid tot minstens één stellige uitspraak; "Het nationale net van ondergrondse merken, opgebouwd rondom het ondergrondse merk de Dam in Amsterdam, is minder stabiel dan tot op heden werd aange nomen". Twijfel aan de juistheid van eerdere conclusies over de stabiliteit - na de berekening van de Vierde NWP in 1979 was al geconsta teerd dat Nederland 'kantelde' om een ruwweg zuidwest-noordoost lijn - was aanleiding geweest tot het onderzoek en dit had nu uitge wezen dat die twijfel gerechtvaardigd was. Grote onrust, want 'Nederlands werkvloer' wankelde en het NAP haalde de landelijke pers. Zekerheidshalve ondernam de MD van 1995 tot 1998 een vijfde NWP, waarbij alles van optisch tot hydrostatisch, met GPS op basis van het AGRS.NL en absolute en relatieve zwaartekracht uit de kast werd gehaald; de strenge winter van 1996-'97 werd zelfs te baat genomen door met de aloude methode van de ijswaterpassing het net over het IJsselmeer kort te sluiten. De voorlopige uitkomsten bevestigden het al stellige vermoeden van de instabiliteit van de onder grondse NAP-merken en -nulpalen. De geconstateerde verstoringen en de boven dien via precisie-GPS geconstateerde afwij kingen in het RD-net waren aanleiding tot een indringende discussie over de wenselijkheid van een RD-NAP-stelselherziening. Kennis genomen hebbende van de verstoringen, dan wel afwijkingen, was het een belangrijk onder werp hoe daarmee moest worden omgegaan: niets doen, de gegevens éénmalig herzien of continue bijstelling? En wat het NAP betrof: vasthouden aan het historisch belangrijke Amsterdam als nulpunt, of overgaan op een andere, voor het net als geheel meer represen tatieve, stabielere basis, bij voorbeeld op de Loenermark op de Veluwe bij de ijkbasis?; wat is wijsheid? De te hulp geroepen Subcommissie Geometrische Infrastructuur besloot de RD-gebruikers via een enquête te raadplegen. Die bleken in grote lijnen te zijn verdeeld in twee kampen: de GPS-gebruikers pleitten voor vernieuwing, de beheerders en gebruikers van cartografische bestanden zagen liever het vertrouwde RD-stelsel gehandhaafd. Dit leidde tot een compromis-voorstel: door de ETRS89-coördinaten van de GPS-kernnet- punten en AGRS-stations over te nemen wordt een 3D-ruimtelijke geometrische infrastructuur voor Nederland gerealiseerd, Europees tot op subcentimeter-niveau bij te houden met het AGRS.NL; na een éénmalige correctie met maximaal 23 cm ontstaat een praktisch bruik bare RD2000. Het NAP zou aan ETRS89 worden gekoppeld via een met de uiterste nauwkeurigheid bepaalde landelijke geoïde; voor de waterpassende praktijk veranderde er voorlopig evenwel niets. Na ruim beraad waarin, zoals gezien, de NCG nadrukkelijk was betrokken, werd de herdefinitie van RDNAP op 1 oktober 2000 een feit. Een belangrijk moment voor de geodesie in 86

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2004 | | pagina 12