dank zij het kompas, maar dat is dan ook het enige wat hier over dit instrument wordt gezegd. Zo gaat Aczel, heen en weer sprin gend in de tijd, verder. De volgende onder werpen zijn Marco Polo, het in kaart brengen van de Middellandse zee en de ontdekkings reizen van de Portugezen. I Iet relaas is leuk en boeiend geschreven, vooral voor mensen die in deze materie, dat is het kompas, niet thuis zijn. De schrijver legt vooral de nadruk op de betekenis van het kompas bij allerlei maatschappelijke ontwikke lingen maar besteedt nauwelijks aandacht aan het gebruik en de ontwikkelingen van het kompas zelf. Al met al leuke leesstof voor wat vrije uurtjes, als bedliteratuur of in de wacht kamer bij de dokter of in het ziekenhuis maar verder geen naslagwerk over het kompas om te bewaren! Amir Aczel is wel heel eerlijk,want aan het eind noemt hij al de bronnen waaruit hij zijn gegevens geput heeft en bovendien geeft hij ook nog een beknopte literatuurlijst. H.C. Pouls Dirk Wesselink, De toren van de St. Jan te Gouda en de landmeetkunde, in: De Schatkamer, Regionaal Historisch Tijdschrift Hollands Midden, jrg 18 nr 3, november 2004, p. 77-93 In 2002 publiceerde Dirk Wesselink, oud medewerker van de Rijksdriehoeksmeting, een bijdrage over de rol van de Cuneratoren in de landmeetkunde in het tijdschrift "Oud- Rhenen". Pouls besprak dit artikel in het nummer van juni 2003 van De Hollandse Cirkel. Hij vond het een gedegen, interessant en informatief artikel van een terzake kundige voor een lekenpubliek. Een bewerkte versie is nadien verschenen in nummer 2004-1 van het vakblad "Geo-info". Zoals het artikel in De Schatkamer zelf aangeeft is de bijdrage een bewerking van het artikel dat in 2002 is geschreven voor "Oud Rhenen". Op verzoek van de redactie van "De Schatkamer" is het artikel aangepast door gegevens omtrent de St. Jan - een Eerste orde RD-punt - te verwerken. De auteur lichtte daartoe uit het RD-archief bijvoorbeeld de metingen van ir. Van Eijk Bijleveld van augustus 1897, maar ook de publicatie van het punt 'Gouda St. Jan' uit 1992. Net als in Rhenen moest ook voor het meten op de Sint Janstoren een bouwsel worden aangebracht. De meetopstelling op de trans is goed te zien op de nu voor het eerst gepubliceerde foto van 2 september 1897 uit de collectie van ir. H.J. Buiten te Bennekom. In de slotzin vermeldt Wesselink voor het lekenpubliek ook dat door het landmeten met behulp van satel liet-plaatsbepaling torens als vaste punten weinig actuele betekenis meer hebben. Mooi dat net als in Rhenen ook in Gouda historisch geïnteresseerden dankzij de Rijksdriehoeksmeting kennis maken met het vakgebied. Het artikel beperkt zich niet tot het werk van de Rijkscommissie rond 1900 en de Sint Janstoren was ook al onderdeel van de driehoeksmetingen van Snellius.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2004 | | pagina 34