H. C. Pouls, De landmeter Jan. PieterszDon
en de Hollandse Cirkel, Ned. Commissie voor
Geodesie i.s.m. stichting De Hollandse Cirkel,
Delft, 2004, 98 p.. ISBN 90 6132 287 1.
Prijs 9,00
In 1612 verscheen van de hand van de Leidse
landmeterjan Pietersz. Dou - uiteindelijk
producent van zeker 1150 kaarten! - een
boekje 'Tractaet vant maken ende Gebruycken
eens nieu gheordonneerden Mathematischen
Instruments'. In dit boekje werd een nieuw
landmeetkundig instrument beschreven. Dou
was daartoe gekomen omdat hij niet tevreden
was met het bestaande landmeetkundige instru
mentarium en daarom had hij - voorbeeldig! -
een ander instrument laten maken.Het werd
gedurende bijna 200 jaar het meest gebruikte
instrument van de Nederlandse landmeters.
Door zijn vorm onderscheidde het zich duide
lijk van andere hoekmeetinstrumenten en is
daardoor goed herkenbaar. Dit instrument is
men later Cirkel van Dou of Hollandse Cirkel
gaan noemen. Pouls gaat nu nader in op de
inhoud van het tractaat van bijna 400 jaar oud,
de context ervan en op bewaard gebleven
instrumenten. (Het ontstaan en de ontwikke
ling van het instrument zijn al eerder door de
auteur beschreven: H.C. Pouls, Winkelkruis -
Astrolabium - Hollandse Cirkel, in: Geodesia
1979, p. 238-246, 294-304. De daarin op p.
296 genoemde plaat, ontbrekend in hem toen
bekende edities, is ondertussen gevonden.) Het
boekje zij van harte aanbevolen.
De Nederlandse Commissie voor Geodesie
(NCG) verraste in 1999 de stichting De
Hollandse Cirkel al door in haar 'groene' reeks
ook geodetisch-historische bijdragen op te
nemen. Voorzitter Aardoom van de stichting
schreef daarop in dit tijdschrift het volgende.
"De Hollandse Cirkel zal de kwaliteit van die
bijdragen helpen bewaken, de NCG adviseren
en waar nodig op andere wijze inzake de
geschiedenis behulpzaam zijn. De eerste van
de in samenwerking uitgebrachte geschiedkun
dige publicaties is een verhandeling van ing.
H.C. Pouls over Een nuttig en profijtelijk
boekje voor alle geografen geschreven door
Gemma Frisius. Nog net verschenen in 1999,
is het gewoon nummer 37 in de 'groene'
reeks, maar - naast uitdrukkelijke vermelding
van de samenwerking met De Hollandse Cirkel
- blijkt het geschiedkundige karakter van deze
publicatie uit het logo van de Stichting, afge
beeld op de achterzijde van de omslag, zij aan
zij met dat van de NCG. De Stichting is daar
trots op en betuigt de NCG gaarne dank voor
de mogelijkheid om, naast korte artikelen in
De Hollandse Cirkel, nu ook het schrijven van
uitvoeriger verhandelingen daadwerkelijk te
kunnen stimuleren." De nu verschenen
gezamenlijke uitgave is dus eveneens van
Pouls en is nummer 41 in de 'groene' reeks.
Na een inleiding beschrijft Pouls werk en
positie van Hollandse landmeters van ca. 1300
tot het begin van de 17e eeuw. Ze stonden
midden in de maatschappij. De overgang tot
de Reformatie zorgde zelfs bij landmeters
voor een ander slot van de eedsformule: "..soe
moet mij God helpen ende alle sijn heiligen
werd "...soo moet my God helpen en zyn
heilige woordt". Aparte hoofdstukken zijn
gewijd aan de theoretische en praktische
kennis van de landmeter in die periode als
mede aan zijn beperkte instrumentarium.
Pouls vindt als vervolg op zijn boek 'De
Landmeter..' (1997) nog steeds dat het boek
'Die waerachtige const der Geometrien...'
van Thomas van der Noot uit 1513 ten
onrechte het oudste landmeetkundeboek heet.
Het is alleen een meetkundeboek, al suggereert
de aanhef meer. Twee echte landmeetkunde-
boeken zijn 'Practijck des Lantmetens' en
'Van het gebruyek der Geometrijsche instru
menten' uit 1600 van Johan Sems 1572-1635)
en Jan Pietersz. Dou 1573-1635). Al wijdt
het nieuwe boekje een heel hoofdstuk aan
Dou, voor uitgebreide gegevens over het leven
van de landmeter wordt naar andere publicaties
verwezen. Dou werd trouwens net als Snellius
begraven in de Leidse Pieterskerk. Het maken
van een nieuw "Mathematisch" instrument
leidde zoals genoemd in de aanhef van deze
bespreking tot een'tractaet'van 1612,
herdrukt in 1620. Ook voor Pouls blijft het een
vraag of Dou het instrument beschreef zoals
hij dat eerder liet maken of dat hij in zijn
beschrijving nog elementen toevoegde. Dou
èn Pouls geven een uitvoerige beschrijving
van het aanbrengen van de goniometrische
verdelingen en berekeningen die met het
110