omstandigheden, wat dat 'verdachte' inhield wordt niet duidelijk, en verder had men in een deel van het gebied te maken met een vijandig gezinde bevolking. Er waren ook kleine expedities die door het genootschap ondersteund werden. Zo was er een reis door een deel van Nederlands-Indië, die door de kunstenaar W.O.J. Nieuwenkamp gemaakt werd in de periode 1917-1918. Een andere ondersteuning werd gegeven aan pater dr. B.A.G. Vroklage voor een etnografische studiereis naar de kleine Soenda-eilanden, 1936-1938. Een jaar later startte de tot dan toe duurste expeditie van het KNAG, een explo ratie van Centraal Nieuw-Guinea, 1939-1940. Een groep geleerden, marinepersoneel, politie, gestraften en papoea-dragers namen er aan deel. Vliegtuigen zorgden voor transport, luchtopnamen en voedseldroppings. Leider was C.C.F.M. Le Roux, etnograaf en topograaf met een veelzijdige en ruime ervaring. Voor het geodetisch/landmeetkundige werk waren beschikbaar de marineofficier M.J.H. Hagdoorn voor de astronomische plaats bepalingen en verder de inlandse topografen Saleh en Hoeka en tenslotte de legerofficier en luchtfotograaf W.M.F. Timmermans. Ondanks het uitbreken van de oorlog in Europa is deze expeditie zonder noemenswaardige calami teiten tot een einde gekomen. Dat niet elke expeditie zo gunstig verliep toont de kleine Flores-expeditie, 1889-1890. Omdat in die tijd het KNAG elk jaar een subsidie uit de koloniale kas kon ontvangen voor weten schappelijk onderzoek in het oostelijk deel van de Indische archipel werd gedacht aan een topografische terreinverkenning van het eiland Flores met als resultaat een gedetailleerde kaart van dat eiland. Voor dit werk viel de keus op de civiel-ingenieur R. van den Broek, die over goede referenties beschikte en enige jaren ervaring had bij de aanleg van de Nieuwe Waterweg en op dat moment werkzaam was bij het Zuiderzee onderzoeksbureau van ir. C. Lely. Dat het graven van kanalen en het aanleggen van dijken iets heel anders was dan een topo grafische opname van Flores zou echter al spoedig blijken. Uit de 12 brieven die hij, na 1889, naar het Genootschap heeft gezonden komt het beeld naar voren van een eenzame man die niet tegen zijn taak was opgewassen en eigenlijk met tegenzin aan het project bezig was. De oogst voor het KNAG was zeer schraal: voor 7000 gulden (let wel dat is in 1889/90!) had men een topografisch ontoereikende kaart van het oostelijke deel van Flores en een wetenschappelijk onuitgewerkt rapport. De laatste expeditie in de Indische archipel, die beschreven wordt, is die naar het Sterren gebergte op Nieuw Guinea in 1959. Het idee hiervoor was reeds in 1953 gelanceerd door Vening Meinesz. Het KNAG was vanaf het begin betrokken bij de voorbereiding. In 1955 wordt een Stichting Expeditie Nederlands Nieuw-Guinea in het leven geroepen, de zoöloog L.G. Brongersma werd aangewezen als algemeen en wetenschappelijk leider en de marineofficier en vliegenier G.F. Venema werd belast met de technische en logistieke zaken. Na een lange en soms moeilijke voorbereiding arriveerden circa 20 wetenschappers, 20 papoea politieagenten en 20 mariniers in het gebied. 2 helikopters en 40 dragers zouden voor het vervoer van goederen ter plaatse zorgen. Het is verleidelijk meer aandacht te besteden aan het verloop van deze expeditie maar de lezer wordt verwezen naar het jubileumboek. Genoeg is om te vermelden dat er heel wat tegenslagen waren, maar toch kwam de expeditie met een grote hoeveelheid te onderzoeken materiaal thuis en kon men deze onderneming geslaagd noemen. Een novum bij deze tocht was de vrijwel permanente aanwezigheid van de pers. Nog geen vier jaar later werd de Nederlandse vlag gestreken en wapperde de rood-witte vlag over, wat toen werd genoemd, Irian Barat. In het Mariniersmuseum in Rotterdam is destijds een bijzonder interessante expositie te zien geweest over deze tocht naar het Sterren gebergte. Hier kon men ook een indruk krijgen over de leefomstandigheden tijdens deze tocht. Suriname. In 1876 werd in Amsterdam de Vereniging voor Suriname opgericht met het plan de onbekende binnenlanden aan een multidisciplinair onderzoek te onderwerpen. Het KNAG nam ook zitting in de voorberei dingscommissie. In 1897 komt de Vereniging met het plan voor een systematisch onderzoek van de gedeelten der kolonie Suriname, die tot nog toe door Europeanen niet of slechts spora-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2005 | | pagina 23