Afb. 4. Boussole-theodolieten van Wild en Morin. Afstandmeting Aangezien het doelgebied niet toegankelijk was moesten de afstanden tot het doel indirect worden bepaald met behulp van een paral- laetische, bij voorkeur rechthoekige driehoek. Gemeten moeten worden een basishoek a, de tophoek (3 (de parallax) en de basis b. De gezochte afstand is dan D b sin a sin (3. Voor de basis b wordt met betrekking tot de nauwkeurigheid van de theodoliet een lengte geadviseerd van 200 tot 300 meter als de afstand groter is dan 4000 tot 5000m. De basis wordt direct gemeten in het terrein ofwel indirect door in een van de basispunten de hoek te meten tussen twee merktekens met bekende afstand. De tabel in het instructie boekje geeft de afstanden b d/8 met een gemarkeerde lengte d 2.355. De basishoek a en de tophoek (3 worden bepaald door simultane hoekmeting met twee theodolieten in de basispunten. De afstanden D kunnen in een tabel worden afgelezen uit een combinatie van a en (3. Omdat de onnauwkeurigheid van een dergelijke meting toeneemt met het kwadraat van de afstand en het instructieboekje daaraan geen aandacht besteedt heb ik de fout berekend voor een basis b 250 m en afstand D 5000 m, aangenomen is dat de basis indirect wordt gemeten en dat de fout in de hoekmeting 0.001 %o bedraagt. Uit b 2.355/8 volgt dat de fout in de basis is Ab 2.355/8\001 29 m. Als de afstanddriehoek rechthoekig is (meest gunstige vorm) dan geldt D b.tana waarbij de gemeten hoek a 1.52 rad. De fout in D is AD Ab tan a +b/cos;a.Aa 570 +100 670 m ofwel een relatieve fout van 13% voor namelijk tengevolge de onnauwkeurigheid van de basismeting. Het onderhoud van het instrument Wat betreft het onderhoud wordt beschreven welke handelingen uitsluitend door een officier

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2005 | | pagina 7