De auteur van dit artikel. Otto van Poelje, houdt zich momenteel bezig met onderzoek van
historische rekeninstrumenten, in het bijzonder voor de toepassing in navigatie op zee.
Hij is lid van de "Kring Historische Rekeninstrumenten", welke bestaat uit liefhebbers, ver
zamelaars en onderzoekers van historische rekeninstrumenten in de meest brede zin van het
woord, zoals rekenlinialen, mechanische en elektronische rekenmachines, proportionaalpassers,
nomogrammen, tabellenboeken, abaci, planimeters, passers en andere tekeninstrumenten, maat-
en schaallatten, en andere rekenhulpmiddelen.
Het interessegebied van de Kring is gericht op historie, ontwerp, constructie, productie,
verzamelen en restauratie, maar ook toepassingen, rekentechnieken en gebruik van de vele
soorten rekeninstrumenten, die exacte wetenschappers, technische vakmensen en andere
gebruikers in het verleden tot steun zijn geweest.
De doelstellingen van de Kring zijn:
Onderlinge ondersteuning van de leden in hun Kring activiteiten
Verbreiding van algemene kennis en besef van het historisch belang van rekeninstrumenten
De Kring is voornamelijk Nederlandstalig. Voor internationale contacten maakt de Kring
gebruik van de Engelse naam "Dutch Circle for Historical Calculating Instruments".
De Kring komt voort uit de "Nederlandse Kring van Verzamelaars van Rekenlinialen", die
bestaat sinds 1991. Dc Kring heeft een eigen website: www.rekenlinialen.org.
Een andere bijzonderheid van de Morin liniaal
is de aanduiding Caract 8 en 9 bij de gonio-
metrische schalen Sinus en Tang. Dit staat voor
"Caractère" ofwel de "wijzer" van de logaritme,
het deel van de logaritme voor de komma. Het
deel achter de komma heet "mantisse". Bij dc
gewone logaritmische schaal van een reken-
liniaal wordt alleen de mantisse gebruikt,
terwijl dc wijzer (het aantal decimalen in het
resultaat) door de gebruiker wordt "bedacht".
Maar bij de goniometrische functie is de plaats
van de komma in een sinus- of tangensuit-
komst wel vast gerelateerd aan de schaal.
In een log-tangens tabel vinden we voor
tan(45° of 50s)=l de logaritmewaarde
10,00000 dus een wijzer van 10.' In de twee
logaritmen cycli links van tan(45°)=l geeft
Carnet 9 het gebied aan van 0,1 tot 1en
Caract 8 het gebied van 0,01 tot 0,1.
Verder heeft de Morin liniaal een P.E. schaal
("parties égales"), welke de L-schaal in fig. 2
voorstelt (de logaritmefunctie zelf).
Conclusie
Hoewel de tachymetrische ofwel Stadia reken-
liniaal niet de nauwkeurigheid bood van tachy-
metertabellen, zijn opvallend veel variaties van
dit type rekenlinialen ontworpen en geprodu
ceerd vanaf midden 19e eeuw tot de 70'er
jaren van de 20e eeuw.
In de beginperiode werden deze rekeninstru
menten geproduceerd als attributen van geo
detische instrumenten (Morin, Richer, Dennert
Pape, Kern en Keuffel Esser), maar
halverwege dc vorige eeuw mocht de tachy
metrische rekenliniaal niet ontbreken in het
brede productpakket van de meeste grote fabri
kanten van rekenlinialen
Literatuur
[1] Schermerhorn, Prof. Ir. W., Steenis, Ir. H.J.,
"Leerboek der landmeetkunde Amsterdam,
2e druk, 1946. Tachymetrie wordt beschreven
in hoofdstuk XIX, de formules staan in XIX.5
[2] Herwijnen, Ir. H. van, "Slide Rule
Catalogue", Voorschoten, 1990 - 2003
[3] Aeschlimann, Dr. H., "Topographic slide
rules by Kern Aarau", 4th International
Meeting of Slide Rule Collectors, Huttwil,
Zwitserland, 1998
[4] Moinot, I., "Levés de Plans a la Stadia
J. Bounet, Perigueux, 1874
[5] "Collectie Geodesie van de Technische
Universiteit te Delft, www.museum.tudelft.nl/
1 Dit is sinds Gunter's eerste goniometrische logaritmetabel in 1620 eigenlijk een waarde 10 te groot genomen, met als enige doel
destijds om gebroken getallen kleiner dan één te vermijden.
38