Tachvmetrische rekenlinialen Liefhebbers en verzamelaars van historische rekeninstrumenten kennen een groot aantal ambachten en vakgebieden waarvoor gespeciali seerde rekeninstrumenten waren ontworpen. Vooral rekenlinialen leenden zich bij uitstek voor het ontwerpen van extra schalen, met behulp waarvan veel gebruikte formules uit een vakgebied konden worden berekend. Zo waren er rekenlinialen voor de navigatie, voor de houtzagerij, voor de timmerman, de elektro- monteur, de betonconstructeur, de koopman, de belastingontvanger voor alcoholische dranken, te veel om op te noemen. De landmeetkundige was hierbij niet vergeten. Goniometrische schalen voor de sinus- en de tangensfunctie kwamen al voor op de aller eerste rekenlinialen, welke beschreven zijn door Edmund Gunter (1624) en William Oughtred (1632). Vanaf de 19e eeuw tot in de tweede helft van de 20e eeuw hebben vele fabrikanten van rekenlinialen speciale versies ontworpen voor een bijzonder onderwerp in de landmeetkunde: de tachymetrie. Tachymetrie Wie halverwege de vorige eeuw kennis heeft gemaakt met de landmeetkunde uit de boeken van prof. ir. W. Schermerhorn en ir. H.J. van Steenis, zal zich ongetwijfeld de onderstaande figuur (fig. 1herinneren die de "snelle" afstandsmeting verduidelijkt. Tachymetrie (of tacheometrie) betekent "snelmeting", en in Engelstalige landen wordt ook wel gesproken over "stadia surveying" ("stadia" waren de oude Griekse lengte eenheden van elk 185 meter, ofwel 600 Griekse voeten). Het woord tachymetrie kan worden misverstaan omdat het ook "snelheids meting" betekent, bijvoorbeeld op de tachy- meter-schalen van sportieve horloges voor het rekenen met tijd, afstand en snelheid. De bepaling van een afstand, die in het verre verleden met de meetketting werd afgepast, kan sneller worden uitgevoerd met een optische "dradenafstandsmeter" in combinatie met een verticaal gestelde baak op het te meten punt. Vooral in geaccidenteerd en ruig terrein is de winst in snelheid en nauwkeurigheid door het vermijden van de meetketting aanzienlijk. Een dergelijke tachymeter bestaat uit een tweetal evenwijdige horizontale haarlijnen in het beeldveld van een kijker, vaak geïntegreerd in een theodoliet. Hiermee wordt van een lood recht opgestelde baak de waargenomen schaal- lengte tussen de twee haarlijnen bepaald, welke via een vermenigvuldigingsfactor kan worden omgerekend naar de afstand tot de baak. Het principe van de dradenafstandsmeter was al bekend tegen het einde van de 17e eeuw, maar James Watt was een van de eersten die deze indirecte methode in 1790 toepaste, bij de terreinmetingen voor de aanleg van het Crinan kanaal in Schotland. Fig. I. Principe van de tachymetrie uit leerboeken van Schermerhorn en Van Steenis. Het rekenprobleem in de tachymetrie ontstaat als de meetrichting TM in figuur 1 niet horizontaal loopt, hetgeen zelfs in het vlakke Nederland voorkomt. In dat geval kunnen de volgende benaderingsformules worden afgeleid uit de figuur, onder aanname dat H, H„ zie [l]: Horizontale afstand (Distantie): D A y cos2 (h) (1) Verticale afstand (Elevatie): v hO.E. van Poelje Inleiding

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2005 | | pagina 6