gewenste gang van zaken tijdens de examens. Dit laatste omdat in bepaalde gevallen die ten bate waren van 'gemakzuchtigen', maar niet hadden gelegen in de oorspronkelijke bedoeling van de wet, sprake was van 'eene misleiding van ouders en voogden'. De beide almanakken bevatten verder artikelen, verslagen, rubrieken, naamlijsten, enz. Te noemen valt een artikel over het Zuiderzeevraagstuk met daarin onder meer een beschrijving en een begroting van de uit te voeren werken. Ook een artikel over de noodzaak in de industrie te komen tot het aanstellen van sociale ingenieurs. Gegeven werden de eisen van kennis en karakter waaraan deze persoon moest voldoen. Alles gericht op zaken als lonen en arbeids voorwaarden, werkliedenvertegenwoordiging, onderwijs en leerlingwezen, huisvesting, vrouwenarbeid(ü) en zieken-, begrafenis- en pensioenfondsen. In de verslagen van de Commissie tot Behartiging van de Studiebelangen, de commissie maakte toen nog deel uit van het Corps, kwamen de moeilijkheden bij het functioneren van de commissie tot uiting. In een artikel elders in de almanak pleitte een afgestudeerde voor het verlaten door de commissie van het Corps en alle studerenden te laten deelnemen aan het behandelen van de studiebelangen, beseffende dat dit niet wenselijk was uit het oogpunt van 'macht en waardigheid van het Corps'. In 1899 werd dit zoals bekend toch een feit. In de verslagen van de commissies staan opgaven van de mutaties bij de docenten en assistenten. Soms werd ongezouten kritiek geleverd op hun functioneren. Ook kwam de vaak bekrompen en slechte huisvesting nadrukkelijk aan de orde. De noden bij het vak landmeten en waterpassen blijken in het verslag over 1893 uit het volgende: "Het lokaal voor practisch landmeten en water passen hopen wij spoedig ontruimd te zien om daar de overmaat uit de Bibliotheek te kunnen plaatsen. Met genoegen zien wij dan ook de snelle vorderingen aan het gebouw voor driehoeksmeting aan de Nieuwe Vaart". En in dat van het volgende jaar staat: "Met groote belangstelling werd de vordering van het gebouw voor geodesie door ons gevolgd; het zal echter eerst in Sept. '96 geopend worden. Groot is toch de behoefte aan een beter lokaal voor de practische oefeningen landmeten en waterpassen." Afb. 1. Het Gebouw voor Geodesie na de opening in 1896.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2005 | | pagina 10