De Oeffening van Willem Ferdinandusse,
geadmitteerd landmeter in Zeeland
Theo Scheele
Nog voordat Napoleon ons met het Kadaster
verblijdde, zo omstreeks het einde van de 18e
eeuw, werd het vak van landmeter uitgeoefend
door zelfstandige specialisten die daartoe
middels een examen hun bevoegdheid hadden
verworven. Men bekwaamde zich in het vak
door in de leer te gaan bij een gevestigd
landmeter en zich daarnaast door veel zelf
studie te bekwamen tot het examen van land
meter. Later ontstonden ook scholen die daar
voor opleidden, zoals de hogeschool van
Friesland in Franeker [1], Ook ontstonden wel
officiële leerboeken, uitgegeven door de
leraren van deze opleidingen, zoals het Leer
boek van de Geometrie van Jacob van
Cruijningen, geadmitteerde voor het Vrije van
Sluis in Zeeuws - Vlaanderen (1684) [2],
Met name bij de waterstaatkundige gremia
ontstond de behoefte aan landmeters om grote
waterstaatkundige werken te begeleiden. Land
meter werd daar zelfs een officieel erkende
functie welke mocht worden uitgevoerd na een
examen aan het Hof van Holland, waarna men
de titel geadmitteerd en gezworen landmeter
kreeg toegekend [3]. Bij genoemd examen
moest een zogenaamd oefenboek worden
overlegd waarin de doorgewerkte oefenstof
werd beschreven.
In 1786 begon ene Willem Ferdinandusse,
(geboren 17 juli 1770) aan een studie voor
landmeter, waarvoor hij de niet geringe
prestatie leverde zijn gehele leerstof, in zwierig
schoonschrift en geïllustreerd met een aantal
gekleurde tekeningen, samen te vatten in een
lijvig boekwerk. Een prachtig voorbeeld van
een hierboven beschreven oefenboek, dat
bewaard is gebleven en thans in het bezit is van
de familie Steketee in Vlissingen.
Het boek blijkt de scriptie te zijn waarmee
Willem Ferdinandusse zijn opleiding op
16-jarige leeftijd begon en waarmee hij uit
eindelijk de functie van 'opzigter der Rijks
waterstaat' of "geëmployeerde" verwierf
binnen de in 1798 opgerichte Rijkswaterstaat.
De beginpagina (zie Afbeelding 1) van het
oefenboek luidt:
De Oeffening van Willem Ferdinandusse.
Heeft beginnen te studeren in de geometria den
tienden november 1786;
En vervolgt dan met een kunstig geconstrueerd
gedicht dat aanvangt met de voorletters van
Willem en luidt:
Wij die Bemind De konst van Geometri
waardig
Ik Die heb Lust om Zien 't Landmeten Goed En
Aardig
Leest Dit boek wel ter Deeg, Studeert met Lust
Daar in
Laat zijn De Leerzucht Dan in voorste van u
Zin
En Meet de vert of hoogte, 't Meten van Wal En
Dijken,
Met 't Meten van het Land, of van Een Schor of
Slijken.
Enzovoorts
De inhoud van het oefenboek is onderverdeeld
in enkele hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk,
getiteld 'Inleiding tot de Geometria', bevat
onder andere de leer der getallen, en ver
schillende rekenmethoden. Hoe men om moet
gaan met irrationele getallen en daaruit de
wortel moet trekken. Hoe een 'quadraat' te
berekenen van gebroken getallen en verder een
onderdeel 'multiplicatie'.
Het volgende hoofdstuk heet 'Grondbeginselen
der meetkunde, gebaseerd op de beginselen
van Euclides', en behandelt onder andere de
transformatie van figuren.
In deel twee volgen beschrijvingen van de
69