Iets over kartering in Indië tijdens en kort na de Japanse bezetting De landskartering van Nederlandsch-Indië was voor de oorlog in handen van de Topografische Dienst van het KNIL en de Hydrografische Dienst van de Koninklijke Marine. Over de resultaten ervan bestaat uitvoerige documen tatie, die onder meer in de Jaarverslagen van de Topografische Dienst te Batavia is te vinden. De fotogrammetrie kwam bij de Topografische Dienst al snel tot ontwikkeling, hetgeen gezien de zware terreincondities, niet verwonderlijk is. De eerste fotogrammetrische karteringen, in Noord-Bangka, Tarakan en, in het kader van de olie-exploratie van de NNGPM, de zuidelijke Vogelkop van Nieuw-Guinea, genoten inter nationale bekendheid. De ontwikkeling van de luchtfoto-interpretatie hield hiermee gelijke tred. Kapitein Kint, toenmalig hoofd van de in 1937 opgerichte Fotogrammetrische Brigade, schreef naar aanleiding van de Bangkakartering een voor die tijd baanbrekend artikel over de terreingesteldheid in brakke mangrovegebieden, waarin hij het nauwe verband tussen de mangrovevegetatie, het zoutgehalte van het water en de textuur van de bodem in het licht stelde. De luchtkartering in de Vogelkop bewees de mogelijkheden voor geologische luchtfoto- Afb. I. Kaart van het eiland Enggano met Japanse belettering. profdr. Herman Th. Verstappen 62

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2005 | | pagina 4