breiding van de Kartografische Afdeling, waar
van dr A.J.Pannekoek vóór de oorlog jarenlang
de leiding had, tot een Geografisch Instituut
waar aan luchtfoto-interpretatie een grote rol was
toebedacht en dat bemand werd door meerdere
academici. In het licht van Kint's vooroorlogse
belangstelling voor luchtfoto-interpretatie en zijn
kennis van het werk van de Geographical
Section van de Generale Staf van MacArthur
gedurende de oorlog in de Pacific, is dit initiatief
niet verwonderlijk. Omdat de oorlog voorbij
was, werden de onderzoeksactiviteiten, onder
leiding van F.J. Ormeling, al snel gericht op
civiele toepassingen in het kader van de weder
opbouw. De analogie met het ITC-concept van
professor Schermerhom is opmerkelijk, maar
begrijpelijk gezien diens wetenschappelijke
carrière, blik op het wereldgebeuren en de
gesprekken die Ormeling en ik met hem hadden
in Djakarta.. Ik heb Kint één keer, voor mijn
sollicitatiegesprek in Hilversum, ontmoet maar
heb in Djakarta alleen korte tijd met het laatste
diensthoofd te maken gehad. Van Bergen van der
Grijp restte alleen de overdracht van de dienst
aan het Indonesisch leger, de TNI. Hij deed dit
slechts met grote tegenzin en de spanningen
liepen hoog op. Ormeling en ik, die een loyale
overdracht voorstonden, werden door van
Bergen van der Grijp zelfs van tegenwerking
beschuldigd. Na een heftige discussie met
Ormeling werd die beschuldiging gewijzigd in
"medewerking, maar niet in de zin zoals
bedoeld". Na de overdracht kreeg ir R.M.
Soerjosoemamo, een Delfts geodeet, de leiding
van de dienst en onder zijn leiding heb ik
gewerkt totdat in 1957 alle Nederlanders het land
moesten verlaten wegens het Nieuw-Guinea
Irian Barat conflict. De cartografische resultaten
waren door de omstandigheden helaas gering.
Ik begon bij het Geografisch Instituut als
waarnemend hoofd van de cartografische
afdeling en was toen onder andere belast met
het vervaardigen van schetskaarten 1:200 000
van nog niet gekarteerde gebieden, van topo
grafische overzichtskaarten en thematische
kaarten, alsmede van de eerste ICAO'-lucht-
vaartkaarten. Een groot aantal cartografen en
cartografisch tekenaars stond hiervoor ter
beschikking. Een belangrijke taak was de in-
service opleiding van de cartografen, en ook
van topografen van andere afdelingen van de
dienst. Omdat er een groot verloop was, eerst
door vertrek van de Nederlanders onder hen en
later doordat de besten voortdurend werden
weggekocht door het bedrijfsleven dat hogere
lonen bood, was het dweilen met de kraan
open. Later kwam het accent meer te liggen bij
geomorfologisch terreinonderzoek, onder
andere voor de Javaanse transmigratie naar
Sumatra. Ook werd ik steeds meer betrokken
bij opleidingen buiten dienstverband, te
beginnen met de MO-opleiding geografie (na
de werktijd in het GI). Snel daarna werd ik
"vliegend docent" bij het jonge geografische
instituut van de Gadjah Mada Universiteit in
Yogyakarta, waarbij ik op de terugweg een
tussenstop maakte in Bandung om bij het ITB2
cartografie te geven aan de geodeten en lucht
foto-interpretatie te leren aan de geologen.
Een en ander illustreert de merkwaardige
discrepantie tussen het volledig geoutilleerde
onderzoeksinstituut, met academische staf, van
de (militaire!) topografische dienst in Djakarta
zonder studenten en de universitaire instituten
met studenten maar waar, althans in Yogyakarta,
deze faciliteiten nog goeddeels ontbraken. Maar
Majoor (later Brigade Generaal) Soerjosoemamo
had alle begrip voor de situatie en stond volledig
achter mijn activiteiten buiten dienstkader.
De 1:200 000 schetskaarten van voor de oorlog
waren een compilatie van alle kaartgegevens
die bestonden van nog niet door de Topo
grafische Dienst gekarteerde gebieden. Ze
omvatten materiaal van zeer verschillende
nauwkeurigheid: routekaarten van explorateurs,
schetsmatige terreinweergaven, karteringen
door andere diensten en instellingen, etc. en
waren veelal voor een groot deel oningevuld. In
1948 werd in Manilla de zogenaamde TOPAM-
overeenkomst gesloten tussen de Topografische
Dienst KNIL en de Amerikaanse Army Map
Service waarbij de AMS op zich nam trimetro-
goonfoto's 1:40 000 maken van grote delen van
Borneo, Celebes en, Nieuw- Guinea als basis
1 ICAO: International Civil Aviation Organization
2 ITB: Institut Teknologi Bandung
(H