de Hollandse cirkel, een door Jan Pieterszoon
Dou in de 17e eeuw uitgevonden landmeet
kundig instrument.
Type Pistor Martins, ca. 1900
Fabrikant: Th. Wegener
Commentaar: Van deze toelichting deugt niets.
Bovendien is het op de foto afgebeelde instru
ment geen patentcirkel (en ook geen Hollandse
cirkel2). In de KNAG-catalogus staat wel een
patentcirkel afgebeeld, dus waarom hier een
verkeerde afbeelding is geplaatst blijft een
raadsel.
De prisma- of patentcirkel is evenals een
sextant een 'vrije-hand'-instrument waarmee
astronomische en terrestrische metingen
verricht kunnen worden. Het nadeel van een
sextant was dat daarmee geen hoeken groter
dan 120 graden gemeten konden worden. In
Frankrijk ontstond tegen het einde van de 18e
eeuw de reflectiecirkel, waarmee men grotere
hoeken kon meten. Dit was van belang bij een
bepaald type van maanmetingen voor de lengte
graadsmeting. De Leidse professor F. Kaiser,
ook verificateur van 's-Rijkszeeinstrumenten,
ontwierp in 1841 een prismacirkel, een ver
betering van de reflectiecirkel. Een exemplaar,
gemaakt door de instrumentmaker Wenkebach,
zit bij de collectie Geodesie van de TU Delft
(oud inv.nr. 65). Een ander exemplaar bevindt
zich in het Boerhaavemuseum in Leiden. De
Marine was echter niet geïnteresseerd!
De Duitse firma Pistor Martins begon in 1844
met de productie van door hen ontworpen
prismacirkels, die zij patentcirkels noemden,
omdat daar patent op was verkregen.3 Omstreeks
1860 heeft de Marine een aantal aangeschaft.
De firma Wegener uit Berlijn maakte, evenals
Pistor Martins, astronomische, landmeet
kundige en zeevaartkundige instrumenten. De
vermelding dat dit een patentcirkel type Pistor
Martins is en de fabrikant Wegener kan dus
wel juist zijn.
Nadeel van de foto in de KNAG-catalogus is
dat hier de zijde getoond wordt met de rand-
verdeling en de noniën. Aan de niet-getoonde
kant bevinden zich de kijker en de spiegelende
onderdelen.
Zoals gezegd is de prismacirkel, evenals een
sextant, een vrije-handinstrument, waarmee
hoeken worden gemeten door gelijktijdig op
twee objecten te richten. Een vaste opstelling is
dus niet nodig, vandaar dat het instrument bij
uitstek geschikt is voor metingen op een schip.
Dit in tegenstelling tot een gewoon hoekmeet-
instrument, zoals een theodoliet, landmeters
astrolabium of Hollandse cirkel. Hierbij is een
vaste opstelling nodig, omdat een hoek gemeten
wordt door na elkaar op de objecten te richten.
Bij een Hollandse cirkel is dus altijd een stok,
stokstatief of statief nodig wanneer er gemeten
wordt. Het is dan ook volkomen onzin om te
beweren dat de patentcirkel een verbetering is
van de Hollandse cirkel. We hebben hier te
maken met twee totaal verschillende typen van
meetinstrumenten.
3. Dagsextant
Een klein model uit ca.
1900. Hiermee worden uit
de vrije hand hoeken
gemeten, bijvoorbeeld
tussen verschillende
sterren, om de plaats op
aarde te bepalen. De
sextant werd tijdens expedities gebruikt, maar
ook in de zeevaart.
Fabrikant: Th. Wegener
Commentaar: Het zou juister zijn om te stellen
dat het instrument vooral in de zeevaart werd ge
bruikt, maar ook toepassing vond bij expedities!
Verder ontbreekt een verklaring van wat een
dagsextant is. Temeer daar er in de toelichting
alleen gesproken wordt over het meten van
sterren, en dat gebeurt 's nachts en niet overdag!
4. Theodoliet
Daze theodoliet-boussole wordt gebruikt bij het
landmeten. Met een ingebouwd kompas wordt
de richting ten opzichte van het magnetische
2 Niet elk cirkelvormig meetinstrument is een Hollandse cirkel. Voor een goede beschrijving zie: H.C. Pouls - De landmeter J.P.
Dou en de Hollandse cirkel. Delft, 2004
3 F. Kaiser - Beschrijving der Patent-Cirkels en Sextanten van Pistor Martins te Berlijn. In: Verhandelingen en Berigten betrekke
lijk het Zeewezen, enz. Amsterdam, 1858