werpers van onderwijsmethoden. Twee onder werpen uit de geschiedenis van de wiskunde werden in het onderzoek naar voren gebracht. Het eerste is de ontwikkeling van het beroep van de Nederlandse landmeter in de 17e eeuw en het tweede de geschiedenis van de niet- Euclidische meetkunde. (Dat laatste onderwerp blijft hier verder buiten beschouwing.) Vanaf de 17e eeuw verschenen er landmeetkunde- boeken in de Nederlandse taal. Werken als de 'Practijck des Lantmetens' en 'Van het gebruyck der Geometrijsche instrumenten' van Sems en Dou, Cardinaels 'Hondert geometrische questien', Van Nispens 'De Beknopte Lantmeetkonst', de 'Werkdadige Meetkonst' van Morgenster, de 'Meetkonst' van Ramus en de 'Opera Mathematica' van Marolois zijn beschreven en afgebeeld. Het historische bronnenmateriaal hieruit is in dit onderzoek geïntegreerd in lesmateriaal voor de 2e en 3e klassen havo en vwo als vervanging van de basisleerstof over 'gelijkvormigheid'. In het onderwijsontwerp 'De 17e-eeuwse Neder landse landmeter' worden leerlingen ge confronteerd met probleemstellingen in de historische context èn in de oorspronkelijke Oudnederlandse taal. Ze bepalen torenhoogten en werken met een Jacobsstaf. Via vragen lijsten, lesobservaties en gesprekken zijn onderzoeksresultaten verzameld. 3e-klassers bleken bijvoorbeeld positiever te reageren op de integratie van de geschiedenis van de wiskunde dan 2e-klassers. Het proefschrift wordt afgerond met aanbevelingen aan ont werpers van historisch getinte onderwijs- ontwerpen, schrijvers van onderwijsmethoden, curriculumontwikkelaars, leraren in het voort gezet onderwijs en lerarenopleiders over hoe de geschiedenis van de wiskunde opgenomen kan worden in het wiskundeonderwijs. Naast vervanging van de gewone lesstof kan het daarbij ook gaan om verrijkingsstof in de vorm van extra onderzoeksopdrachten en bij vak overstijgende projecten! Het is een uniek proefschrift, zinvol gelardeerd met veel illustraties. Verslag wordt zelfs gedaan van initiatieven van docenten voor uitbreiding van het project. Een school in Delft werd ontvangen door wat nog heet de Faculteit der Geodesie, in Heerhugowaard gaf het Kadaster GPS-uitleg en in het Noordelijk Scheepvaartmuseum werd kennis gemaakt met instrumenten. "Een klas op een school in Amsterdam heeft bezoek gehad van de Geo- informatie uit Amsterdam. Deze dienst is onder andere verantwoordelijk voor de (digitale) kaart van Amsterdam en voert opdrachten voor het Kadaster uit," aldus het proefschrift. De omslag is een montagefoto met dank aan TU Delft, Afdeling Geodesie, en bij de literatuur ontbreekt werk van Pouls in Geodesia niet. Het tijdschrift De Hollandse Cirkel komt er niet in voor, maar een foto van een Delftse Hollandse Cirkel wel. Kortom: de Groningse dissertatie van een lerares wiskunde uit Zwolle is ook een feest der herkenning voor geodetisch Neder land! Hans Renes, Historische atlas van de stad Utrecht. Twintig eeuwen ontwikkeling in kaart gebracht, SUN Amsterdam 2005, ISBN 90.8506.189x, 80 p., 26.50 In de serie 'SUN-Historische atlassen' - zie www.historischeatlassen.nl - verschenen tot januari 2006 zes delen: Rotterdam, Maastricht, 's-Hertogenbosch, Nijmegen, Ooijpolder en Duffelt (van Jan van Eek!) en Utrecht. De atlassen in deze serie zijn méér dan kaarten- boeken, zoals de 'Grote historische atlassen' met Topografische kaarten wel zijn. In de Historische atlassen wordt de ruimtelijke ontwikkeling van een stad of streek stap voor stap in beeld gebracht en toegelicht. Elk hoofd stuk behandelt een bepaald thema. De lezer krijgt aan de hand van het overvloedige illustratiemateriaal een compleet beeld van het ontstaan en de groei van de stad of de streek met haar altijd indrukwekkende geschiedenis. Ook dit deel over Utrecht is een juweel. Auteur Hans Renes 1954) is als historisch geograaf werkzaam aan de Faculteit der Geoweten- schappen van de Universiteit Utrecht en de Faculteit der Letteren van de Vrije Universiteit te Amsterdam. De schrijver wijdt in het Woord vooraf terecht een passage aan de betrouwbaar heid van kaarten. Volgens hem maken carto grafen onderscheid tussen de meetkundige, de topografische en de 'chronometrische' betrouw baarheid. ("De eerste ligt het meest voor de hand: kloppen de hoeken en de afstanden? Kan men een oude stadsplattegrond zonder 30

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2006 | | pagina 32