Samenvattend zijn, afgezien van de in
november 2005 in bruikleen verkregen W35, bij
het Kadaster in Apeldoorn aanwezig vier
W21's, één W14 en één W9, alles met bijbeho
rende opberg/transport-kisten.
Verder zoekend bij het Kadaster vond de heer
Van Eek bij de vestiging Eindhoven nog een -
naar hij schrijft - gereviseerde, gebruiksklare
W14 op een houten statief; bij nader onder
zoek: W14 No. 6.
De Werkgroep Inventarisatie Geodetisch
Instrumenteel Erfgoed (IGIE) van Stichting De
Hollandse Cirkel trof bij de Hogeschool van
Utrecht nog een uit omstreeks 1900 daterende
WanschafF-theodoliet aan met, ondanks enige
'vermomming' ('geodetisch' groen gekleurd en
voorzien van een beschermende afdekking van
de rand), duidelijke kenmerken van een W14.
Het aangetroffen nummer "4" doet vermoeden
dat we hier te doen hebben met de W14 No. 4,
die in 1923 door de RCGW werd overgedragen
aan de Ingenieur-verificateur van Domeinen.
Het instrument zou dan daarna enkele moderni
serende, op praktisch gebruik afgestemde,
aanpassingen hebben ondergaan en later voor
onderwijsdoeleinden zijn afgestaan aan de HTS
te Utrecht.
De verstrooide "keurcollectie"
Het vorenstaande overziend, komen we
voorlopig (mei 2006) tot het volgende overzicht
van in Nederland nog aanwezige, waarschijnlijk
ooit tot de "keurcollectie" van de RCGW
behorende, Wanschaff-theodolieten:
W35:
één exemplaar uit de collectie
Geodesie, door het Techniek Museum
Delft in 2005 permanent in bruikleen
gegeven aan het Kadaster te
Apeldoorn (W35 No.
één exemplaar, door de TU Delft perma
nent in bruikleen gegeven aan het Museum
Boerhaave te Leiden (W35 No. 2);
W21
één exemplaar in de collectie Geodesie bij
het Techniek Museum Delft W 21 No. 5
met bijbehorende kijker No. 5);
één exemplaar, door de TU Delft perma
nent in bruikleen gegeven aan het
Museum Boerhaave te Leiden (W21 No.
6 met bijbehorende kijker No. 6 en
opberg/transport-kisten No. 6);
vier exemplaren in de collectie RD te
Apeldoorn (W21 No. 1 t/m 4 met
opberg/transport-kisten en kijkers No. 2
en 4 en twee ongenummerde kijkers);
W14:
één exemplaar in de collectie Geodesie bij
het Techniek Museum Delft (ongenum
merd; W14 No. 1
één exemplaar in de collectie RD te
Apeldoorn (ongenummerd; waarschijnlijk
IV14 No. 2);
één exemplaar bij het Kadaster Eindhoven
(W14 No. 6);
één exemplaar bij de Hogeschool van
Utrecht (vermoedelijk W14 No. 4);
W9:
één exemplaar in de collectie Geodesie bij
het Techniek Museum Delft (ongenum
merd);
één exemplaar in de collectie RD te
Apeldoorn (ongenummerd).
Resumerend zijn beide door de RCGW aange
schafte W35's en alle zes W21's nog aanwezig.
Van de W14's zijn er zeker nog twee spoorloos.
Bij gebrek aan gegevens over het aantal destijds
door de RCGW aangeschafte W9's kan hier
over het aantal 'vermiste' exemplaren van dat
type geen uitspraak worden gedaan. Gezien de
alternatieve (kadastrale) gebruiksmogelijk
heden van de handzame W14's - zoals
opgemerkt werden er in 1923-'24 door de
RCGW al minstens twee voor praktisch gebruik
afgestaan - en dc kleine decoratieve W9's, is het
waarschijnlijk dat er van beide types nog enkele
'in omloop' zijn; als afgedankt gebruiks-
instrument in een dienst- of bedrijfsdepot, als
herinnering aan het handmatige verleden van de
landmeetkunde in een directiekamer, in de
collectie van een historisch museum, bij een
particuliere verzamelaar of thuis bij een gepen
sioneerde landmeter.
Geheel in de lijn met de activiteiten van IGIE,
zou het aardig zijn de vermiste exemplaren van
de RD-"keurcollectie" alsnog te kunnen
opsporen of het lot van eventueel verloren
geraakte exemplaren te achterhalen. Het zou
natuurlijk helemaal mooi zijn de complete RD-
'keurcollectie' nog een keer bij elkaar te zien.
46