Napoleon, Van Heijst en het kadaster in Waalwijk drs Jac. G.M. Biemans Inleiding Met de opmars van de Fransen en hun revolu tionaire gedachtegoed kwam in 1795 een definitief einde aan de Republiek der Verenigde Nederlanden. In de daaropvolgende periode van de Bataafse Republiek (1795- 1806), het Koninkrijk Flolland (1806-1810) en van het Franse Keizerrijk (1810-1813), in het algemeen aangeduid als de Bataafs-Franse tijd, veranderde er enorm veel op politiek en maatschappelijk gebied in onze streken. Steeds meer wisten de Fransen onder Napoleon hun invloed op de Lage Landen te vergroten, tot en met de uiteindelijke inlijving bij het Franse Keizerrijk in 1810. Met de val van Napoleon in 1813 en de terugkeer van de prins van Oranje werd de weg vrijgemaakt voor het Koninkrijk der Nederlanden. Het belang van de Bataafs- Franse tijd blijkt wel hieruit, dat vele bestuur lijke en wetgevende maatregelen uit deze periode na die tijd grotendeels intact bleven. Niet zelden zijn deze vooral naar Frans voorbeeld opgezette regelingen tot op de dag van vandaag herkenbaar. Te denken valt daarbij onder andere aan de invoering van enige nieuwe wetboeken, de Burgerlijke Stand en het postwezen. Het vereenvoudigen van de administratie ten behoeve van de ambtenaren, maar ook vooral de burgers stond daarbij voorop1. Het kadaster Tegen deze achtergrond moeten we ook de invoering zien van het kadaster ten tijde van Napoleon. Om tot een eerlijker systeem te komen voor de heffing van de belasting op onroerend goed was een betrouwbare grond- administratie noodzakelijk. Het kadaster trachtte hiertoe dan ook systematisch per perceel grond de eigendoms- en cultuurtoe stand te beschrijven. Overigens was dit niet de Afb. 1. Koperen equerre, afgebeeld op het minuutplan van het centrum van Waalwijk uit 1812 (foto Gemeentearchief Waalwijk) eerste keer, want reeds aan het einde van de achttiende eeuw hadden in de Meierij landme tingen plaats om tot een rechtvaardiger verde ling van de verponding (last op onroerende goederen) te komen. De komst van de Fransen in 1794 en het einde van de Republiek in het daaropvolgende jaar verhinderde echter de afronding van dit project. Ook tijdens de regeringsperiode van Koning Lodewijk Napoleon (1806- 1810) waren landmeters actief ten behoeve van de Hoofdcommissie tot de Zaken der Verponding. De werkzaamheden aan dit "Hollandse kadaster" werden na de inlijving bij het Franse Keizerrijk in 1810 gestaakt en de landmeters voor het merendeel ontslagen. Nu werd, naar Frans voorbeeld, een nieuw kadasterstelsel opgezet. Vanaf 1811 voerden Nederlandse landmeters in Franse dienst metingen uit ten behoeve van dit kadaster. Deze werkzaamheden werden ditmaal na het vertrek van de Fransen in 1813 onder Koning Willem I voortgezet en uiteindelijk (met uitzondering van de provincie Limburg) in 1 Een goede inleiding in de geschiedenis van het kadaster biedt: F. Keverling Buisman en E. Muller, "Kadastergids" Gids voor de raadpleging van hypothecaire en kadastrale archieven uit de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw ('s Gravenhage 1979). Zie ook het eerste deel uit een serie die beoogt om van alle Noordbrabantse gemeenten de oorspronkelijke kadastrale kaarten met bijbehorende gegevens te publiceren: S.E.M. van Doornmalen (red.), Geertruidenberg in 1832 ('s Hertogenbosch 1994). 49

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2006 | | pagina 15