De Wanschaff-theodolieten van de Rijksdriehoeks-
meting. Vorming en verstrooiing van een "keurcollectie"
Afb. 3. Wanschaff-theodoliet met randdiameter
21 cm, nr. 5: W 21 No. 5 (coll. en foto Techniek
Museum Delft)
Wanschaff gevallen, omdat hij volgens de
Koninklijke Pruisische 'Landesaufnahme' de
nauwkeurigste randverdelingen zou maken.3
Om snel met de Nederlandse bijdrage tot de
Midden-Europese graadmeting te kunnen
"Aan de driehoeksmeting kon dit jaar niets
gedaan worden", moest de Rijkscommissie
voor Graadmeting en Waterpassing (RCGW) in
haar verslag over 1884 aan de Minister van
Binnenlandse Zaken bekennen'. Kon ook in
1885 - afgezien van de verkenning van een in
Noord-Groningen te maken verbinding met het
Pruisische driehoeksnet - "aan de voorbereiding
van de driehoeksmeting niets gedaan
worden", in 1886 werd dat anders. In juni van
dat jaar bestelde de commissie bij de Berlijnse
instrumentmaker Julius Wanschatf2 twee theo
dolieten met centrale kijker zonder verticale
rand, een grote met een diameter van de
horizontale rand van 35 cm (catalogusnummer
47), voor de eigenlijke hoekmetingen, en een
kleinere van 21 cm (catalogusnummer 53) voor
de centreringsmetingen. De keuze was op
Afb. 1. Profdr. Ch.M. Schols (1849-1897) nam
het initiatief tot de Rijksdriehoekmeting en
vormde de "keurcollectie" van Wanschaff-
theodolieten (coll. Ned. Commissie voor
Geodesie, Delft)
Afb. 2. De eerste, in 1886 aangeschafte, 'grote
Wanschaff-theodoliet met randdiameter 35 cm:
W 35 No. 1 (coll. en foto Techniek Museum
Delft)
prof.dr.ir. L. Aardoom
38