ZEEMANS WEGWIJZER^
K A N A A L,(f£T
AJb. 3. Titelpagina Zeemanswegwijzer 1823:
Franse, Britse en Nederlandse hydrografische
kaarten pasten op elkaar, omdat ze allemaal
gebaseerd waren op het wereldwijde triangu
latiesysteem. (boekje en foto NIMH)
Beschrijving van het Zeegat van Texel, uit
gegeven door het Ministerie van Marine.
A.A. Buyskes (1796), J.C. Rijk (1813), J.F.L.
Schroder (1823), A. van Rhijn (1840), A.R.
Blommendal (1862) en P.J. Buyskes (1878).
Publicaties van de "Commissie tot verbetering
der Oost-Indische zeekaarten". Opgericht in
1821 stond deze commissie onder voorzitter
schap van de Commandant Zeemacht
Nederlands-Indië, met als secretaris een
hydrograaf, tevens Hoofd van het depot
zeekaarten Nederlands-Indië. De gebezigde
reken- en meetmethodiek was geheel overeen
komstig de aanwijzigingen van de Neder
landse Lengtegraadcommissie. Alle vanaf
1821 opgenomen trigonometrische kaarten en
de erbij behorende zeemansgidsen stonden
onder de volledige verantwoordelijkheid van
de overheid. Ze werden geactualiseerd door
Berichten aan Zeevarenden. De trigonome
trische/hydrografische werkzaamheden vanaf
oorlogsschepen werden vanuit het Hydro
grafisch Bureau te Batavia gecoördineerd.
Jaarlijks werden overzichten gegeven van
kaarten, zeemansgidsen en andere voor zee
varenden van belang zijnde, uitgegeven publi
caties in ondermeer het Staatsblad voor
Nederlands-Indië, de Staatsalmanak voor
Nederlands-Indië en het Koloniaal Verslag.
Zeemans wegwijzer in het Kanaal 1823).
Als bijlage is "eene nauwkeurige opgave en
beschrijving van den loop der Getijden, van
de ligging der tonnen, bakens enz" gevoegd.
Deze zeemanswegwijzer werd samengesteld
onder redactie van de Lengtegraad
commissie. De geografische posities waren
op grond van trigonometrische opnames
bepaald en dienden in samenhang met Britse,
Franse en Nederlandse hydrografische
kaarten gebruikt te worden.
J.C. Pilaar (1798-1849), Handleiding tot de
beschouwende werkdadige stuurmanskunst
(1831). Pilaar was marineofficier. Zijn
"Stuurmanskunst" was vanaf de eerste editie
in 1831 en een tweede "omgewerkte druk" in
1847, tot vervanging van het hele boek in
1864 een verplicht studieboek voor alle
zeeofficieren. Een apart hoofdstuk was
hierin gewijd aan de "watergetijden".
R. van Rees (1797-1875), Getijden der
Nederlandsche kust (1837) in Verhandelingen
van het Koninklijk Instituut van Weten
schappen. Professor Van Rees had samen met
professor Moll de in de periode 9-28 juni
1835 door marineofficieren op 18 plaatsen
langs de Nederlandse kust uitgevoerde
metingen geanalyseerd. De Nederlandse
havengetallen verschenen vervolgens in het
door de Royal Navy geredigeerde en betaalde
Nautical Almanac and astronomical
ephemeris en het Franse equivalent van deze
almanak, Connaissance des temps. De Britse
almanak was gebaseerd op de Greenwich-
nulmeridiaan, de Franse op de nulmeridiaan
van Parijs, het "Observatoire de Paris".
G. Moll (1785-1838), Over waarnemingen
der getijden langs de Nederlandsche kust
(1838). Professor Moll was astronoom, had
IN DEI
INHOUDENDE EENE V VtV/
BESCHRIJriN
VAN
DE KUST VAN ENGELAND,
Ma NOORD VOORLAND wide SORLINGS,
cu van daar tgl BRISTOL co LIVERPOOL.
VAN
DE KUST VAN FRANKRJ{JVC
Tan CALAIS lol BREST.
BN VAN
DE KUST VAN I ERl-AN'*!^
Tan DUBLIN tol do I1ANTRÏ RAAI.' -.J,
b^uovvus
Aan wijzingen omtrent het oploopcn van de 0 ronden; het
bezeilen der Havens en Ankerplaatsen j en omtrent de
vaart in h&lBngtkch/t» Briatolsche qn Si. GeorgesKwiaaU
waarbij gevoegd ie
eene naauwkeurige Opgave en Beschrijving
van den loop derGetijën, van de ligging der Tonnen, Baten»,
Merken en Nienwe Voren in die Vaarwaters, met ue
daarin onlangs voorgevallen veranderingen tot op
DEN TEGENWOORDIGEM TIJD.
Alles volgens echte berigten, de lm Isle waarnemingen,
en de ondervinding van kundige /.eelieden.
TE AMSTERDAM,
bij do Wed. GERARD HULST van KEULEN,
alwaar to betomen zijn. Hollandscbe Engel*!* en andere Zeekaarlen
Zeeboeken, Pilots, Zeevaartkundige Werkeu Instrumenten e. z. v.
JS23.