zitting in de Lengtegraadcommissie en was de IJker van de zeechronometers der Marine. Hij nam in 1835 deel aan het vierde inter nationale congres van de British Association for Advancement Science (BAAS), waar ook Whewell aanwezig was. Jacob Swart 1796-1866), Verzameling van sterre- en zeevaartkundige tafelen. Zesde "verbeterde en veel vermeerderde" druk (1843). Bijzonder aan deze editie is dat er, voor het eerst, een hoofdstuk gewijd was aan het berekenen van het havengetal, opgenomen als tafel 41Daarnaast werd, als tafel 42, een volledig overzicht gegeven van de tijden van hoog- en laagwater in alle, over de hele wereld Afb. 4. Vuurtoren van Schouwen: Deze "kapitale kustlichttoren werd in 1837 op kosten van de Koninklijke Marine gebouwd. Het was naast een rotsvast, ideaal triangulatie- punt een veilig en vertrouwd meetbaken voor zeevarenden. Bron: Verhandelingen en Berigten betrekkelijk het Zeewezen en de Zeevaartkunde 1, 1841 (foto NIMH) bekende zeehavens. In zijn voorrede schreef Jacob Swart hierover: "Hierdoor heeft deze druk, zonder verhooging van prijs, weder een aanmerkelijke uitbreiding ondergaan". Jacob Swart was marineofficier en als leraar wis- en zeevaartkunde tevens belast met het beheer van de Marine-chronometers in de tijd dat professor Moll de IJker hiervan was. In de periode 1838-1850 had Jacob Swart zitting in de Lengtegraadcommissie, was examinator van de zeeofficieren en hield zich met 's lands zeechronometers bezig tot deze in 1857 naar professor F. Kaiser, in zijn functie als Verificateur van Rijks Zeeinstrumenten, gingen. RJ.D. Keuchenius 1809-1851), Rapport omtrent de Stroomen en Getijden in Straat Banca, waargenomen door den Luitenant ter Zee der 2de klasse P.J. Danem Keuchenius in 1839. (1841) In Nederlands-Indië zijn vooral hydrografen als M.H. Jansen Soerabaja 1843, H.D.A. Smits Soerabaja 1851, H. Ypes harmonische analyse van Soerabaja 1878-1879 en A.R MelchiorTandjoeng Priok 1883 voor getij denmetingen van belang. A.W. Keuchenius (1825-1881), Getij in de Straat Banka 1860). Deze Keuchenius was, evenals zijn vader S.J. Keuchenius, marine- officier/hydrograaf. Beiden maakten ze trigonometrische zeekaarten, S.J. van de Nederlandse kust in de periode 1824-1829 en zoon A.W. van Nederlands-Indië in de periode 1859-1863. In de ertussen liggende periode, 1839-1842, was neef P.J. Danem als hydrograaf werkzaam in de Oost. D.J. Brouwer 1824-1912), Handleiding tot de theoretische zeevaartkunde, benevens een beknopte verhandeling over de hydrografie, twee delen 1864) en 1866). Voor zee officieren was dit boek, als de opvolger van Pilaars "Stuurmanskunst", een verplicht studieboek. Brouwer was, ter voorbereiding van dit boek, in de periode 1858-1859 gedetacheerd bij professor F. Kaiser in Leiden. Sallot des Noyers, Instruction sur les passages du grand Archipel d'Asie (1867). In deze officiële vijfdelige uitgave van de Franse overheid/hydrografische dienst staan vele door Nederlandse hydrografen opgenomen PI A A TH. Z '/h-rZ K apiiale Kualliohlioren op "hel Eiland Schouwen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2006 | | pagina 11