Varia: apparatuur in Emmen vizierlijn niet verandert. Bij drie stelschroeven ligt het draaipunt bij draaiing aan de derde schroef excentrisch, zodat de hoogte van de vizierlijn wel verandert. Dat de kijker uit de tappen kan worden genomen en omgelegd heeft noch voor de regeling noch voor de waar nemingen enige betekenis; bovendien moeten hiervoor twee schroeven (zie figuur) worden losgedraaid. Het draaien om de lengteas van de kijker heeft geen zin, omdat het buisniveau in de stand boven de kijker niet kan worden afge lezen. Om de bruikbaarheid van het instrument te onderzoeken heb ik geprobeerd om de eerste as verticaal te stellen met de vier voetschroeven op de gebruikelijke manier. Dit blijkt in de praktijk zeer moeilijk, omdat de steunpunten van de voetschroeven in één vlak moeten liggen. Bovendien moet de spanning op de schroeven gelijkmatig verdeeld zijn. De conclusie is daarom dat Viervoet geenszins het predikaat Koning verdient. In het artikel van Pouls (zie De Hollandse Cirkel van maart 2006, p. 24) wordt vermeld dat Amerikanen tot in de 20e eeuw instrumenten met vier stel schroeven gebruikt hebben. In de Europese leerboeken komen zij voor zover mij bekend niet voor, in de voormalige collectie van Geodesie in Delft evenmin. Samenvattend kan worden gesteld dat het instrument een aantal praktische bezwaren heeft, omslachtig in het gebruik is en een aantal tekortkomingen heeft wat de mogelijkheid betreft tot het elimineren van fouten. Van 1987 dateert een Inventaris van histori sche fotogrammetrische instrumenten, aanwezig bij de Topografische Dienst.1 Naast de eigen collectie van die dienst betreft dat ook apparaten die door eigenaren zijn afgestaan aan de Nederlandse Commissie voor Geodesie en die door de Topografische Dienst worden beheerd. De Donateursdag 2002 van de stichting was bij deze dienst in Emmen, waar ook opgestelde apparatuur werd bekeken.2 In nummer 2006-5 van het tijdschrift Geo-info publiceerde redacteur Jan de Kruif in een artikel "TOPIONL: van kaart naar geo-object" ook een kader 'Apparatuur'. In de aanloop naar 2009 lijkt het ook hier opnemen daarvan zinvol: "Ook de ontwikkeling van de apparatuur is een verhaal apart. Nog veel oude apparaten staan thans in het gebouw van de TD, soms gedeelte lijk gesloopt, zoals de oude Kongsberg-teken- machine met lichtschrijver, soms nog volledig intact, zoals de eerste Gradicon-digitizer uit 1974. In 2009 gaat de dienst het gebouw in Emmen verlaten en de grote vraag is: waar blijven dan de antieke instrumenten, zoals het puntsoverdrachtapparaat PUG IV, de Wild- ontschrankers, de stereokarteerapparaten Wild A8, AMH en Leica BC2 of de oude De Koning-ontschranker uit de jaren '30? De werkstations van het eerste uur, de Afb. 1. De Kongsberg-tekenmachine in 2002 fotoAdri den Boer) In: Het geodetisch erfgoed bij de centrale overheid. Voorlopige uitgave van een globale inventarisatie uitgevoerd door de Taakgroep Toekomst van de Geschiedenis der Geodesie van de NCG 2 Adri den Boer, Donateursdag 2002, een impressie, in: De Hollandse Cirkel 2003-1, p. 2-4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2006 | | pagina 28