Voor u gelezen
ROTTERDAM
N.N., Opleiding tot vestingbouwer. Het eerste
ingenieurs-onderwijs in Nederland, in: Delft
Integraal 2006-1, p. 24-27
Dt is een beknopte, maar toch gedegen samen
vatting van de militaire ingenieurs
opleidingen) vanaf de start in 1600 van de
'Duytsche Mathematicque' in Leiden tot de
oprichting van de KMA in Breda in 1828.
Ingenieursopleidingen waren vroeger militair
gericht, hierbij speelde de vestingbouw een
belangrijke rol. Behalve in Leiden werd er later
ook in Franeker en aan andere hogescholen en
athenea met wisselend succes onderwijs
gegeven. Eerst vanaf omstreeks 1750 kwamen
er schooltjes binnen het militaire apparaat.
Officiële artilleriescholen ontstonden pas in
1789 in Breda, Den Haag en Zutphen.
"Daarmee zijn we beland in een militair-
politiek roerige tjd, een periode van 1789 tot
1828, waarin het militair onderwijs in ons land
na veel zoeken en aftasten, openen en weer
sluiten van scholen, vorm kreeg en waarbij de
achtereenvolgende overheden en vorsten
streefden naar verbetering, uniformering en
concentratie van militair onderwijs, los van de
krijgsmacht zelf", aldus het artikel. Een
belangrijke rol bij de totstandkoming van dit
onderwijs heeft Johann Heinrich Voet (1758-
1832) gespeeld. Na de Franse tijd werd in Delft
een Artillerie- en Genieschool opgericht. Deze
vond onderdak in Oude Delft 95. Delft was om
diverse redenen minder geschikt voor militair
onderwijs en in 1828 werd de Delftse school
verplaatst naar Breda, waar zij als KMA het
onderwijs, ook voor waterstaatsingenieurs,
voortzette.
Het is niet duidelijk wie de schrijver van dit
artikel is. Het verscheen in de rubriek OD95, die
onder redactie staat van dr.ir. H.K. Makkink,
mogelijk is deze de schrijver.
P. van de Laar en M. van Jaarsveld,
Historische Atlas van Rotterdam, De groei
van de stad in beeld. SUN Amsterdam 2004,
ISBN 90.5875.144.9, 80p. 29,50
Evenals de andere delen van deze publicatie
reeks bestaat het boekwerk uit 35 rijk
geïllustreerde hoofdstukken, die in dit geval,
zoals de titel zegt, de groei van de stad
Rotterdam in beeld brengen. Elk hoofdstuk
beslaat twee bladzijden en het hoofdelement
bestaat uit afbeeldingen van oude kaarten,
foto's en schilderijen. De bijbehorende tekst is
daardoor beknopt gebleven en het is bewonde
renswaardig dat de auteurs er toch in geslaagd
zijn een goed lopend informatief verhaal te
schrijven. Belangrijk hierbij zijn de afgebeelde
kaarten; bijna alle voor de geschiedenis van
Rotterdam belangrijke kaarten zijn opgenomen.
De enige bekende kaart die ontbreekt is die van
Schoonebeek, Allard en Covens-Mortier van
1689 en later. Verder is het een raadsel waarom
hier niet de originele kaart van Van Deventer is
afgebeeld, maar een onbekende kopie uit 1891.
De lezer krijgt een goede indruk van het
ontstaan van de stad en de groei tot de grootste
haven van ons land. Voor degene die geïnteres
seerd is in de tekenvaardigheden van oud-
HI5TORISCHE ATLAS VAN
i F De groei oan de stad in beeld
I v.lK
2
t
98