Verklaring gezocht Hollandse landmeters is het aardig om een kaart van Jan Potter uit 1571 (p. 10) te ver gelijken met een kaart van Simon Dammasz van Dueren uit 1577 (p. 19). Het zijn twee tijdgenoten, maar wat is er een groot verschil in hun tekenvaardigheid! Op p. 22 is de kaart van Johannes de Vou en Romeijn de Hooghe (1694) afgebeeld. Deze kaart is een hoogtepunt van de stedelijke cartografie. Hierbij is de plattegrond omlijst met afbeeldingen van de belangrijkste gebouwen van de stad en de familiewapens van de regenten. Men krijgt hierdoor wel een goed idee van de kaart in zijn geheel, maar de platte grond is nu zo klein geworden dat details er niet op te zien zijn. Heeft het dan nog wel zin zo'n kaart op te nemen? Ook zijn diverse plankaarten opgenomen en daardoor krijgt men een goed inzicht in de stedenbouwkundige ideeën in de 19de en 20ste eeuw. Dat men hierbij soms tot waanzinnige plannen kwam toont op p. 66 het Plan 2000+ uit 1969. Hierbij wilde men het gehele eiland Voorne-Putten vergraven tot havens. Burgemeester Thomassen was een groot voorstander, maar gelukkig heeft de publieke opinie zich tegen dit plan verzet en is men tot andere inzichten gekomen. De landhonger van Rotterdam is echter nog steeds aanwezig, want nu, bijna een halve eeuw later, wordt de agrarische Hoeksche Waard bedreigd! Hoofdstuk 15 is getiteld 'Vernietiging van de binnenstad'. Hoe totaal die vernietiging in mei 1940 was toont een luchtfoto uit 1941, gemaakt na het puinruimen, p. 57. Het is droevig daarbij te moeten constateren dat bij de verantwoordelijke bestuurders en plannen makers elk historisch waardegevoel ontbrak. Veel oude waardevolle gebouwen hadden gerestaureerd of herbouwd kunnen worden. Duitse steden zoals Trier, Neurenberg en Dresden tonen dat het ook anders kan. Maar in Rotterdam wisten ze zelfs met wat nog bewaard was geen raad! De Grote of Laurens- kerk heeft later een verschrikkelijke betonnen aanbouw gekregen en voor de kerk staat Erasmus droevig in zijn boek te kijken op het meest ongezellige kerkplein van Nederland. Het prachtig gerestaureerde Schielandhuis staat nu klein en verloren tussen torenhoge kantoor gebouwen, de waanzin van 'Manhattan aan de Maas'!! Opmerkelijk is ook dat aan veel aspecten van de groei van de stad aandacht wordt besteed, maar dat de aanleg van de metro, de eerste in Nederland, nergens wordt besproken. Het boek wordt besloten met een bronnenvermelding en illustratieverantwoor ding. Een wat uitgebreidere literatuurlijst zou wel prettig geweest zijn. Al met al is dit een goed verzorgd, prettig leesbaar boek, niet alleen voor Rotterdammers, maar voor iederen met belangstelling voor stedenbouw. Van harte aanbevolen! H.C. Pouls Bij de inventarisatie van de instrumentele inboedel van de voormalige faculteit der Geodesie komen we diverse instrumenten en hulpmiddelen tegen waarvan we het precieze doel niet direct kunnen achterhalen. Zo vonden we bij een ver zameling hulpmiddelen voor mijnmetingen de hierbij afgebeelde apparaten. De uitvoering doet vermoeden dat zij voor gebruik aan een draad zouden moeten hangen, maar hoe en waarom Wie (her)kent deze instrumentjes en heeft wellicht nog een beschrijving voor het gebruik? Jan Ebbinge 99

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2006 | | pagina 37