Dr. ir. Dolf Waalewijn
In memoriam
Haarlem, 19 oktober 1923
Baarda, Koeman en nu Dolf Waalewijn. Twee
leermeesters en een vriend weg, binnen een
jaar. Als je oud wordt moetje er aan wennen
dat personen die in je leven belangrijk waren er
niet meer zijn. Als bijdrage aan een project van
de Werkgroep Geschiedenis der Geodesie
beschreef Waalewijn in 1995 zijn eigen loop
baan. Dat is een spannend verhaal geworden
met een heel groot aantal feiten, geschikt om,
bijna geheel, in een tijdschrift opgenomen te
worden. Ik maak van dit verhaal nu dankbaar
gebruik.
Dolf deed al in 1940 eindexamen HBS, met
een prachtige lijst. De keuze voor de studie
landmeten, zo vertelde hij zelf, werd meer door
zijn vader dan door hemzelf gemaakt.
Over zijn studietijd in de oorlog doet hij uit
gebreid verslag. Treffend zijn de blijken van
kameraadschap in de grote groep die in
september 1940 de studie landmeten aan de TH
te Delft begon. Dolf wist, met een flinke dosis
geluk, uit de klauwen van de Duitsers te
blijven.
In april 1946 behaalde hij het diploma civiel
landmeter en trad in dienst van het Ingenieurs
bureau Van Steenis, waar hij flink wat praktijk
ervaring opdeed. Maar na enige tijd kwam bij
hem het verlangen op om zijn theoretische
kennis te verbreden. Door tussenkomst van zijn
collega en vriend Cor Koeman werd hij aan
gesteld als assistent van prof. J.M. Tienstra,
maar al heel gauw werd hij toegevoegd aan W.
Baarda, die toen kort geleden tot lector
benoemd was. Begin 1950 nodigde ir. A.J. van
der Weele, hoofd van de Meetkundige Dienst
van de Rijkswaterstaat, hem uit te solliciteren
en op 1 maart 1950 trad hij in de rang van
landmeter aan bij de MD. Zijn eerste taak bij
de MD was een verslag schrijven van de
Tweede Nauwkeurigheidswaterpassing, die van
1926 tot 1940 had plaatsgevonden. De Derde
Nauwkeurigheidswaterpassing moest van start
en Dolf heeft daar een groot aandeel in gehad.
t Leidschendam, 7 juli 2006
Al doende werd hij - mede door het in toe
nemende mate grensoverschrijdende karakter
van de hoogtebepaling - een internationaal
expert op dit gebied. In 1952 ontving Dolf het
diploma geodetisch ingenieur op een scriptie
over de middelbare fouten uit steekproeven,
waarvoor hij in zijn tijd bij Baarda ervaring en
kennis had opgedaan. In 1960 werd hij bij de
MD belast met de afdeling Planning. In die
functie leerde hij alle afdelingen van de dienst
goed kennen. In 1963, toen van der Weele
overging naar het ITC en ir. S. Rienstra hem
opvolgde, werd Waalewijn hoofd van de
buitendienst.
In zijn loopbaanbeschrijving besteedt hij uit
gebreid aandacht aan zijn "internationale
werk".
Hij had zitting in verscheidene organen van de
IAG en maakte daarbij kennis met toonaan
gevende geodeten van de oudere generatie,
zoals Kneissl, Baeschlin en Levallois.
66