de (nationale) zeemansgidsen vermeld. De Nederlandse havengetallen werden ondermeer gepubliceerd in het Jaarboekje voor de leden van het Koninklijk Instituut voor Ingenieurs. DoorP. Melvill van Cambee (1816-1856) is in de eerste Zeemansgids voor den vaarwaters rondom het eiland Java 1843) en in de ver beterde edities van 1849 en 1858 een hoofdstuk over getijden opgenomen. Melvill was in zijn tijd de meest productieve hydrograaf, hij maakte de eerste Algemeene atlas van Nederlandsch- Indië die geheel gebaseerd was op primaire triangulatiepunten en die "opgehangen" was aan de Greenwich-nulmeridiaan. Voor zijn noeste, hydrografische arbeid ontving Melvill al op jeugdige leeftijd een Nederlandse en een hoge Franse onderscheiding. Enkele internationaal belangrijke hoofdrolspelers voor getijden Charles Romme (1744-1805). La science de l'homme de mer 1795) en Tableaux des vents Afb. 1. Pierre Daussy: Een hydrografisch ingenieur, leerling van de beroemde C.E Beautemps-Beaupré, die veel publiceerde over getijden en metingen koppelde aan het wereld wijde triangulatienetwerk. Bron: Bulletin de la Société Géographie, 1861 (foto Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH)) des marées et courants qui ont été observés sur tous les mers du globe 1805). Pierre Daussy (1792-1860). "Mémoire sur les marées des cötes de France" in Connaissance des temps (1834) 74-83. De getijdenmetingen werden gekoppeld aan het wereldwijde triangu latiesysteem. Daussy was marineofficier/hydro- graaf en schreef onder meer Principaux lieux du globe 1843). Dit laatste was een overzicht van de toenmalige, wereldwijde triangulatie- punten waar de getijdenmetingen aan 'opgehangen' werden. Daussy maakte al voor 1834 getijdenmetingen op grond van wat men in de astronomie syzygy noemt ofwel de stand der maan en zon waarbij een maximale respec tievelijk minimale verticale getijbeweging voor een bepaald punt op aarde optrad. Maximale syzygy betekent voor een specifieke haven springtij en minimale syzygy-doodtij. In het Nederlands noemen zeevarenden het ge middelde van de syzygy-punten het "haven getal", de Engelstaligen "Etablishment of the port" en de Fransen kortweg syzygy. William Whewell (1784-1866). Whewell kan gezien worden als de grote theoreticus van de wereldwijde getij denberekeningen. Hij was als "Master" werkzaam bij het Trinity College te Cambridge en publiceerde in de periode 1833- 1850 veertien maal onder de titel: "Researches on the tides" in het meest prestigieuze vaktijd schrift van die tijd, de Phylosophical Transactions of the Royal Society. Voor Nederlandse zeeofficieren/hydrografen waren vooral van belang de series genummerd 12 en 6. Serie 1 was Whewells wereldkaart met zijn belangrijke "map of co-tidal lines" 1833). Deze kaart gaf een sterke impuls om alle metingen internationaal en op hoog niveau te coördineren. Flierna volgde serie 2, "On the Imperial laws of the tides in the port of London" 1834) en serie 6, "On the results of an extensive system of tide observations made on the coast of Europe and America in June 1835" (1836). De door Whewell berekende amphidromische punten (géén verticale getijdenbewegingen) werden door de Royal Navy op zee gevonden en nauwkeurig in kaart gebracht. Op de co-tidal kaarten staan vanaf 1833 amphidromische punten als nulpunten van waaruit de co-tidal lijnen ontspringen. In zijn zesde aflevering noemt Whewell de Jhp 70

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2006 | | pagina 8