Afb. 6. Pijlers Loenermark
1957 door prof. Kukkamaki en prof. Honka-
salo zelf geplaatst.) Omdat de twee quartz-
meters die werden gebruikt voor het uitzetten
per meter iets langer waren (om precies te zijn
150 micron 0,000150 m), is de afstand
tussen de eerste en de laatste pijler dan ook iets
groter dan de uitgezette 576 m. Met correctie
van 150 micron/m dus in totaal 9 cm langer.
A fb. 7. Betonnen paaltjes Loenermark
Van de constructie van de 0 en 1 m-pijler en de
telescooppijler is destijds een plexiglasmodel
gemaakt (afb. 8).
Na diverse metingen en berekeningen is de
exacte lengte van de basis bepaald op 576 m,
09 cm en 2,26 mm, met een standaard
afwijking van 0,04 mm.
Vanwege de hoge nauwkeurigheid van de
bepaalde lengte, op honderdsten van een milli
meter, en het gegeven dat Nederland niet de
meest stabiele ondergrond van de wereld heeft,
is in oktober 1969 de ijkbasis nog een keer
opnieuw gemeten. Daarbij waren wederom
prof. Honkasalo en ir. Haarsma betrokken.
De apparatuur die werd gebruikt was dezelfde
als in 1957. Na hermeting en herberekening
bleek de lengte van de ijkbasis iets af te wijken
van de eerder vastgestelde lengte. Hij is nu
576 m 09 cm en 3,46 mm lang met een
standaardafwijking van 0,04 mm.
Door de beheerder, Het Gelders Landschap,
wordt de plek goed onderhouden, waardoor de
basis er vanuit de lucht uitziet als een landings
strip (afb. 9).
Tot 2003 werd de ijkbasis nog gebruikt door de
RD om steekproefsgewijs de eigen instru
menten te controleren en te toetsen of zij nog
voldoen aan de gestelde specificaties. Tegen
woordig gaat men geheel af op de service van
de leverancier, omdat het niet meer mogelijk is
om aan de digitale instrumenten zelf nog iets te
kunnen regelen. Sokkia beschikt sinds eind
Afb. 8. Plexiglas model van de telescoop, 0 en
1 m-pijlers ijkbasis Loenermark
8