werk verrichten. Rond 1850 dacht de Marine
met 265 meetpunten heel Nederlands-lndië te
kunnen karteren. De Leidse professor F. Kaiser
onderbouwde dit plan, het parlement ging
akkoord en de Marine kreeg geld en middelen
om dit plan uit te voeren. Na Java, 114 punten,
werd heel Indië van een primair net voorzien.
In veel landen werd de meridiaan van de
belangrijkste sterrenwacht de referentielijn van
het landelijke driehoeksnet en de kartering. In
Batavia was geen sterrenwacht, daarom werd
daar de tijdbal van Batavia het geografische
referentiepunt. Dit punt werd via metingen
gekoppeld aan het Brits-Indische net in
Calcutta en daarmee aan de rest van de wereld.
Veel zaken worden beknopt door de schrijver
besproken, onder andere ook de ontwikkeling
in de V.S. Maar wat ik mis zijn gegevens over
de gebruikte instrumenten. In het artikel staat
een tekening van een repetitiecirkel van Borda,
maar dit is alles. Bovendien kan opgemerkt
worden dat dit instrument van Borda een heel
onhandig instrument is om mee te werken. Ook
over hoogtemetingen wordt niets gezegd. Maar
verder is dit een interessant artikel.
Rest mij een vraag aan de auteur, de heer
Mohrmann: in dit artikel is sprake van de
tijdbal van Batavia en in uw artikel in het
nummer van december 2006 van de Hollandse
Cirkel komt de tijdbal van Washington ter
sprake. Wat is nu precies een tijdbal? Ik weet
dat het iets met nauwkeurige tijdsbepaling te
maken heeft, maar hoe die precies werkt en
gebruikt werd is mij onduidelijk en ik denk dat
ik niet de enige lezer met deze vraag ben. Zou
u daarom eens in een apart artikel daarop in
willen gaan?
II. C. Pouls
J.H. Holsbrink - Een schetskaart van
Het Bildt van 1505, in: It Beaken 2007-1
(losse nummers (,-)
Onder deze titel verscheen onlangs in It
Beaken van januari 2007, het wetenschappe
lijke tijdschrift van de Fryske Akademy, van
onze redacteur Holsbrink een artikel. In deze
bijdrage wordt door de schrijver een schets
kaart van 1505 uitvoerig beschreven. Het origi
neel van de schetskaart bevindt zich in het
Sachsischer Haubtstaatsarchiv in Dresden.
'Waarom in Dresden?' zou een vraag kunnen
zijn. Het antwoord luidt, dat van 1498 tot 1515
de hertogen Albert en George van Saksen het
gezag in Friesland uitoefenden.Vele
documenten inzake het bestuur van Friesland,
en ook over de inpoldering en inrichting van
het nieuw ingedijkte Bildt berusten dan ook in
genoemd archief in Dresden. Na de "Wende"
kwamen er ruimere mogelijkheden voor inter
nationale contacten en ook voor onderzoek in
genoemd archief naar voor Frieslands historie
belangwekkende documenten. Dit leidde er
toe, dat Hans Brichzin, medewerker van het
Dresdener archief, in Caert-Thresoor in 1999
voor het eerst de nog onbekende schetskaart
van 1505 vermeldde. W.K. van der Veen kon
echter al in hetzelfde nummer van Caert-
Thresoor vermelden, dat het hier ging om een
kaart van het Bildt. Na de "Wende" hebben een
viertal wetenschappers van de Fryske Akademy
de op Friesland betrekking hebbende
documenten in Dresden geïnventariseerd en
deze documenten in een boekwerk beschreven.
Uiteraard werd ook de eerst genoemde schets
kaart van 1505 door hen vermeld. Nadien
hebben ook andere auteurs de schetskaart
genoemd, echter zonder van de kaart expliciet
een op onderzoek gebaseerde beschrijving te
geven. Deze nieuw gevonden schetskaart, die
uit 1505 zou dateren, riep vele vragen op.
Immers, wanneer de kaart op schaal was
getekend zou het de oudste kaart van Neder
land kunnen zijn. Maar de kunst van kaartver
vaardiging op schaal kende men destijds niet
en driehoeksmeting in het geheel niet, wat
toch een vereiste is om kaarten op schaal te
kunnen tekenen. Deze problematiek leidde tot
een eerste globaal onderzoek en een later
uitvoeriger onderzoek naar het hoe en waarom
van genoemde schetskaart, hetgeen tot nieuwe
interessante conclusies heeft geleid. In het
volgende nummer van dit tijdschrift zal in
een bijdrage van Holsbrink een verkorte
weergave worden opgenomen van het eerder
in It Beaken gepubliceerde artikel over de
"Billwegen".