("de stoos onwrikbaar aangebracht. Het
nummer is op kantoor bovengronds (bg) uit het
NAP-boek genoteerd met het betreffende
niveau onder NAP. Het waterpasinstrument
wordt zó opgesteld dat de slagen naar voor en
achter tussen de bouten of tussenpunten gelijk
zijn. We gaan altijd uit van twee reeds aan
gesloten bouten (die al bij vorige metingen
aangelegd zijn en op NAP aangesloten waren).
NAP van bijv. bout 6433 mag niet meer dan
1 cm verschillen met NAP van de volgende
laatst gelegde bout no 6434 bij de vorige
meting, anders nog een bout teruggaan
(richting schacht). Het "overdragen van de
bouten naar de spoorrail is al verteld. De in
NAP aan te geven moetlijn, om de vijf meter in
Afb. 5. Duidelijk is het V-teken te zien waar
straks een touw van 10 m. langs gehouden wordt
om op de tussenliggende stijlen krijt- of verf-
tekens te maken om het spoor op het vereiste
niveau te houden. Verder is hier een ouder De
Konigh-instrument en een transparante baak te
zien, waarachter de petlamp gehouden wordt.
Ook is hier een 'bogenbouwwerk'te zien.
te stellen met daarbij bijvoorbeeld de vereiste
1700 m in acht te houden, kan nu bij die
1500 m (waar we inmiddels aangekomen zijn)
gebeuren. De ingerichte tekens zijn horizontale
krijtstrepen met een v-teken. Nu wordt, als het
inrichten met waterpasinstrument gebeurd is,
over een honderd meter, zoals onze opdracht
was, een moetlijnhaakje gebruikt. Dit is een
kromgebogen spijker die aan de ijzeren stut op
het v-teken ingehangen kan worden. Via een
aan die spijker bevestigd touw van 1600 m
naar 1590 m gaand, wordt nu op iedere stijl een
krijtstreep aangebracht, met het v-teken op
1595 m als controle. Dan haakje los en
inhangen op 1590 m en touw doortrekken naar
1580 m. Krijttekens maken met 1585 m weer
als controle. Dit gaat zo door van 1580 m tot
we weer aan het begin van onze 1500 m beland
zijn. We sluiten af op bout no 6434, die
bijvoorbeeld bij 1450 m lag. Terwijl de jongens
nu hun boterham eten telt de opzichter zijn
waterpassing uit of de zaak klopt. Eventueel
kan bij 1600 m een nieuwe bout gelegd
worden.
Gang van zaken bij pijlermeting
We gaan pijler afdeling Utrecht laag IX meten
(lg IX afd. U). Omdat de middagdienst
("middagschicht") van 14.00 uur tot 22.00 uur
werkt, willen wij pas om 23.00 uur aan de
pijler zijn, om de minste hinder van de werklui
te ondervinden tijdens de pijlermeting. Soms
zijn de helpers al een uur eerder op pad om in
de pijler structuurmetingen, strijken en invallen
te nemen en meerdere voorbereidingen te
doen, zodat de pijlermeting straks sneller
gebeuren kan. (Zie voor de begrippen
structuur, strijken en invallen verderop.) Wel
zullen er "rovers" aan de vullingkant van de
pijler bezig zijn, die de geroofde stijlen met
Silvesters en kettingen onder het ingevallen
dakgesteente zullen wegsleuren om deze weer
te kunnen gebruiken aan de kolenkant. Ook de
"omlegploeg zal de transporteur gaan
omschuiven naar de kolenkant, dus er zijn nog
hindernissen genoeg! In de afvoer van deze
pijler gaan we uit van hoek 13H -13K -13L
(I en J werden nooit gebruikt om vergissingen
te voorkomen). De hoek naar 13M ligt te dicht
bij de pijler om deze nog als kloppend te
kunnen beschouwen. De tweede man blijft aan