werden steeds verder uitgebreid met de vooruit
gang van de gangen. Oorspronkelijk ging men
van de schacht uit met het aanleggen van
theodolietpunten en het hoekmeten tussen deze
punten. Men heeft hier zware loden, een
honderd meter meetband, windscherm, schiet
lood, statief, en laten we de theodoliet ook niet
vergeten. In de hoofdsteengangen, uitgebouwd
in beton of bloksegmenten, bestaan de theodo
lietpunten uit pluggen die in geboorde gaten
gedreven worden. In de plug wordt een spijker
geslagen waaraan men het schietlood kan
inhangen. Dit lood wordt voor de wind af
geschermd met een windscherm. Dan wordt de
theodoliet hieronder opgesteld, horizontaal
stellen met stelschroeven in twee richtingen
voor het doosniveau en fijnstellen met micro-
meterschroef voor het langsniveau in twee
richtingen. Achter het zware lood, door tweede
man ingehangen, wordt de met nat krijt wit
gemaakte lamp gehouden en de mijnmeter zicht
dit aan en stelt in (zie hengelmeting), en draait
Afb. 7. Om de hoekwaarden te kunnen aflezen
dient men met de petlamp in de kijker te schijnen.
met randverdeling los het instrument richting
eerste man. Stel meting hoek 3-4-5. De
opzichter staat dus met de theodoliet onder 4
(bovengronds zou dit boven 4 zijn, maar onder
gronds is vanwege het vloergesteente en spoor
en vervoer niets met vloerpunten te beginnen).
Ditzelfde geldt, ik wil dit hier even zeggen, voor
de richting. Bovengronds gebruikt men jalons,
dus vloerpunten, maar wij moesten het doen
met dakpunten, en men doet dit nog waar nog
mijnen zijn. Het is niet anders! We meten dus
hoek 3-4-5. In 4 wordt op de vloer gecentreerd
door met de punt van een aangescherpt krijtje in
de richting te schuiven die de opzichter door de
loep aangeeft. Dit punt wordt zuiver aangegeven
door spijkerpuntje, of streepje op het spoor en
dergelijke. Lengte 3-4 wordt gemeten. Naar 5
gaan, weer opstellen van instrument, afloden of
centreren naar vloer. Lengte 4-5 wordt zuiver
gemeten. De lengte kan in deze gangen wel
meer dan 200 m zijn. Men moet zich hier dan
met de 50 of 100 m-meetband zuiver tussen in
Afb. 8. Theodolietpunt, bij landmeters beneden,
bij mijnmeters boven het instrument
58