Afb. 10. Het meest in het oog vallende verschil
tussen de Franse Borda/Beautemps-Beaupré
hydrografische cirkels en de overige was de
eenvoud van de Franse uitvoering. Afbeelding
van een natte variant met een binnenring
gemerkt B. Bron: Ambronn fig. 771
Beautemps-Beaupré hydrografische cirkels, die
men aan het vervangen was door de aanzienlijk
handzamer en nauwkeuriger prismacirkel van
prof. F. Kaiser.
Bij de primaire triangulatie van Nederlandsch-
Indië, die vanaf 1821 gefinancierd en uitge
voerd werd onder regie van de Koninklijke
Marine, gebruikte men in de periode 1821-
1850 als belangrijkste hoekmeetwerktuigen de
Borda/Beautemps-Beaupré hydrografische
cirkel en de sextant (afb. 2, 8 en 10). Primaire
triangulatiepunten, zoals hoge bergen, forten,
eilanden en navigatiebakens, werden (door
marineofficieren) trigonometrisch ingemeten.
Vanaf 1850 werd het landarsenaal in
Nederlandsch-Indië aangevuld met twee
Repsold universaalinstrumenten (afb. 11).
Afb. 11. Het belangrijkste draagbare, droge
hoekmeetinstrument dat binnen de
Nederlandse overheid gebruikt werd was het
Repsold universaalinstrument. Bron: J.A.C.
Oudemans
maar ook aanzienlijk goedkoper dan de buiten
landse varianten.
In het studieboek voor aankomende zee-
officieren/hydrografen, geschreven door J.C.
Pilaar, Handleiding tot de beschouwende en
werkdadige stuurmanskust, stond in de tweede,
omgewerkte druk van 1847 nog steeds een
uitvoerige beschrijving van beide instrumenten.
Dit wijst erop dat de marineofficieren/
hydrografen lang - een halve eeuw - met hun
vertrouwde Borda/Beautemps-Beauprécirkel
aan het meten bleven.
Samenvattend kan over de tweedeling natte en
droge instrumenten het volgende gezegd worden:
rond 1850 werd door de Topografische dienst
van de Landmacht zowel Borda's instrument
(met het korte pootje) als Repsolds universaal
instrument gebruikt.
De Koninklijke Marine gebruikte rond 1850
aan boord van haar schepen nog enkele Borda/
Fig. 771.
(An# Jordan, Zeit- u. Ortsbentimmungon.)
Fig. 132.
79