Afb. 12. 'Het Gouden Kalfin zijn definitieve vorm. Van onder naar boven: het slinger'sta tief', de toegevoegde horizontale slingers en de registratiekost (coll. en foto KNMI) rende optisch-fotografische registratievoor ziening, omvatten. Gezien de bijkomende complexiteit van de uiteindelijke meetconfigu- ratie zou een geheel nieuwe opbouw van het drie-slingerapparaat in de rede hebben gelegen, maar VM had een duidelijke voorkeur voor inpassing van het correctie-apparaat in zijn bestaande toestel. Reden hiervoor was dat er internationaal inmiddels diverse exemplaren van het drie-slingertoestel in omloop waren en dat ook die 'eenvoudig' zouden moeten kunnen worden omgebouwd.72 Aan de inventieve Van Lunteren was toen de opgave om in korte tijd een twee-slinger- annex registratie-unit te bouwen, die kon worden ondergebracht in de slechts 8 cm hoge ruimte die zijn vroegere chef Van Rest in 1926 had vrijgelaten tussen de 'hoofd'-slingerkast en de daarboven geplaatste oorspronkelijke registratiekast; een omvang rijke klus, die instrumentmaker eerste klas M.R Dekker - Van Rests waarnemend opvolger - in 1938 verantwoordde in zijn verslag over de werkzaamheden in de instrumentmakerij: "een instrument met twee slingers met lange periode", vervaardigd voor de Rijkscommissie voor Graadmeting.73 Al in mei 1938 had VM in gezelschap van dr. W. Nieuwenkamp gelegenheid zijn gemodificeerde toestel aan boord van de O 13 te beproeven in Het Kanaal en de uitmonding daarvan in de Atlantische Oceaan.74 Dr. Nieuwenkamp - van 1947 tot 1968 in Utrecht hoogleraar geologie - was in oktober 1937 door de vernieuwde rijkscom missie aangesteld om op termijn VM's werk als uitvoerder van de zwaartekrachtsmetingen te land en ter zee over te nemen. Gebruikmakend van een kwartsklok, via Cambridge te leen van de Amerikaanse Coast Geodetic Survey, onderwierp Nieuwenkamp de aangepaste configuratie in juli 1939 tijdens een korte proefvaart van de nieuwe O 19 op de Noordzee nog aan een kritische, maar helaas niet naar wens verlopen, test. Het was Nieuwenkamps enige solo-expeditie met het apparaat en de laatste vooroorlogse reis daarvan. Browne's ontdekking werd voor VM aanleiding tot het schrijven van een aanvulling op zijn "Theory and practice" uit 1929. In die aanvul ling deed hij de tweede-orde storingen theore tisch uit de doeken, beschreef hij wat er instru menteel aan was gedaan en hoe het toestel met de langzame horizontale slingers moest worden gebruikt.75 De slingerendenalatenschap Na zijn laatste reis in 1957 kwam "Het Gouden Kalf" via De Bilt naar Delft, waar het jaren lang een van de pronkstukken was in de histo rische collectie van de Afdeling Geodesie. Toen die afdeling in 2003 werd opgeheven, ontfermde het Techniek Museum Delft (TMD) zich over het, letterlijk, historische instrument. Ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van de (rijks)commissie in 2004 werd het nog tentoongesteld en nu (2007) staat het met objectnummer 2000535 in het museumdepot; samen met 'reserve'slinger nummer 91 in een houten kistje (objectnummer 2004002), dat plaats biedt aan nog drie slingers, waarschijn- 72 F.A. Vening Meinesz, Theory and practice of pendulum observations at sea. Part II. Second order corrections, terms of Browne and miscellaneous subjects, Delft 1941 (a), p. 41 73 KNMI, inv. nr. 1323 74 Vening Meinesz 1941 (b), p. 20 75 Vening Meinesz 1941 (a) 107

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2007 | | pagina 25