Maar ook dijklichamen hebben inhouden, en ook die techniek is vrij uitgebreid beschreven, want het aanleggen van dijken is in ons water rijke land, en zeker in Zeeland, al een heel oude wetenschap (afb. 13 en 14). Toch is er ook buiten Zeeland gekeken, want het laatste hoofdstuk beschrijft de Mee tinge op de weareld, waarin wordt uitgelegd hoe de wereldbol in kaart kan worden gebracht, gebruik makend van een 360-graads verdeling in parallellen en meridianen. Nadat alle meer of minder voor de hand liggende werkzaamheden des landmeters de revue zijn gepasseerd eindigt Dominicus, net zoals hij begon, met een (nu aanmerkelijk korter) gedicht: Afb. 14. Meten en berekenen van dijklichamen Die nu weet van mijn of van t mijnne. Die gaat na huijs En beziet de zijnne. En als hij dies vindzonder gebreken. Laat hij dan van mijn of van 't mijnne spreken. Hetgeen dan bij deze is geschied.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2007 | | pagina 35