Voor u gelezen Joep van Hoof- Menno van Coehoorn (1641- 1704). Vestingbouwer - belegeraar - infanterist. Instituut voor Militaire Geschiedenis. Den Haag 2004. ISBN 90 5345 244 3, 112 p., uitverkocht Dit boek kwam tot stand door samenwerking van het bovengenoemde Instituut en de Stichting Matrijs. Het is vreemd gesteld met onze geschiedkun dige kennis. Bijna iedereen kent de namen van onze zeehelden, zoals Michiel de Ruyter, Maarten en Cornelis Tromp, Piet Hein, Van Speyk en vele anderen, maar de meeste mensen hebben nog nooit gehoord van Menno van Coehoorn. Toch was hij onze belangrijkste vestingbouwkundige en destijds in heel Europa bekend. Op de achterkant van het boek lezen we: "Behalve als theoreticus was hij ook in de praktijk actief. Dat kwam vooral tot uiting in de jaren 1698-1702, toen hij zich met hart en zieI inzette voor de vernieuwing van de vestingen langs de grenzen. Hij ontwierp toen tevens een nieuw verdedigingsstelsel, dat het grondgebied van de staat moest veiligstellen tegen aanvallen van over de landsgrenzen. Dit systeem, dat zijn kracht ontleende aan een geheel van inundatie linies, zou tot diep in de negentiende eeuw ge handhaafd blijven. Behalve aan zijn vesting bouwkundige kwaliteiten komen in dit boek ook zijn goeddeels vergeten verdiensten als belege raar en troepenaanvoerder aan de orde." In het eerste hoofdstuk wordt de periode tot 1680 behandeld. Menno's vader was kapitein bij de Friese infanterie en had goede relaties met de Friese stadhouder Willem Frederik van Nassau-Dietz. Er is geen enkele aanwijzing dat Menno, geboren in 1641, in Franeker of Leiden een ingenieursstudie zou hebben gevolgd. In 1657 nam de jonge Coehoorn dienst in het leger bij de compagnie van zijn vader. Op 4 oktober 1658 werd hij kapitein en nam hij de compagnie van zijn vader over. Tijdens het rampjaar 1672 bevond hij zich in Maastricht, waar hij de belegering door de Fransen en de capitulatie in 1673 meemaakte. Over zijn rol bij de verdediging is weinig bekend, maar men mag aannemen dat hij lering heeft getrokken uit het gebeurde. Menno maakte daarna nog diverse veldslagen en belegeringen mee en kwam ondertussen in aanraking met stadhouder Willem III. Toen in 1678 de vrede van Nijmegen met Frankrijk gesloten werd had hij de rang van majoor bereikt. Het volgende hoofdstuk is getiteld "Oude en nieuwe vestingbouw In dit hoofdstuk wordt met een aantal zeer duidelijke tekeningen aangegeven hoe de diverse stelsels er uitzagen: het oud-Nederlandse stelsel, het verbeterde oud-Nederlandse stelsel, de Franse methode en de eerste, tweede en derde manier van het nieuw-Nederlandse stelsel. Deze drie manieren had Van Coehoorn beschreven in een in 1685 verschenen boek. getiteld: Nieuwe vestingbouw op een natte of lage horisont. Het derde hoofdstuk, getiteld "De carrière bekroond", gaat over de periode 1688-1695. Eind 1688 brak opnieuw oorlog met Frankrijk uit. Dit keer stond de Republiek niet alleen. Engeland, waar Willem III koning was geworden, en de Duitse keizer steunden de Republiek, en later ook Brandenburg, Keulen en Spanje. De gevechten speelden zich voor namelijk afin het Rijn- en Maasgebied. Vooral de belegeringen en veldslagen waarbij Menno van Coehoorn was betrokken komen ter sprake. Herhaaldelijk stond Menno tegenover zijn fameuze tegenspeler Sébastien Vauban, o.a. bij Namen, dat in 1692 verloren ging, maar dat in 1695 heroverd werd. Deze overwinning bevestigde voorgoed zijn reputatie als belege raar. Willem III bevorderde hem tot luitenant- generaal bij de infanterie en de Spaanse koning verleende hem de titel van baron. Na de herovering van Namen kreeg de oorlog een minder heftig karakter, tot uiteindelijk in 1697 de Vrede van Rijswijk werd gesloten; hierbij kreeg de Republiek het recht om in de belangrijkste vestingen in de Zuidelijke Nederlanden troepen in garnizoen te houden. Menno VAN COF.HOORN 129

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2007 | | pagina 47