Hoe Nederlandse hydrografen omstreeks 1845 de
kaarten van Brits-Indië aan die van Australië
koppelden en daarmee de rijksgrenzen in
Nederlands-Indië vastlegden
Jeroen Mohrmann
Uitgangssituatie
In de negentiende eeuw werd de wereld steeds
nauwkeuriger in kaart gebracht door de inter
nationale samenwerking van astronomen, (land-
macht-)geodeten en (marine-)hydrografen. De
wiskundige grondslag voor deze nieuwe kaarten
noemden ze triangulatie. Juist deze gemeen
schappelijke, wiskundige grondslag maakte het
mogelijk nationale Britse, Franse en Neder
landse metingen op elkaar aan te sluiten. Voor
waarde hiervoor was dat men dezelfde astrono
mische tijd, geijkte hoekmeetinstrumenten en
een vergelijkbare meet- en rekenmethodiek
gebruikte. Zowel de Franse als de Britse
regering had veel belang bij een eenduidige
wiskundige grondslag en zij stelden beide een
Lengtegraadcommissie aan, die, op het hoogste
wetenschappelijk niveau, de toon zette voor de
rest van de wereld. Binnen het Koninkrijk der
Nederlanden bestond er in de periode 1787-
1850 ook een Lengtegraadcommissie, die de
wetenschappelijke leiding had over alle
(cartografische) trigonometrische werkzaam
heden en er voor zorgdroeg dat de Nederlandse
kaarten - met inbegrip van Oost- en West-Indië -
op de Franse en Britse kaarten aansloten.1
Afb. 1. De triangulatie van Brits Voor-Indië. Zie de pijl bij de sterrenwacht van Madras. De meest
rechtse verticale stippellijn nulmeridiaan loopt over deze sterrenwacht. Andere belangrijke
primaire punten, zoals forten, zijn duidelijk aangegeven. Bron: Zeitschrift fur Astronomie und
verwandte Wissenschaften (1816)
,.W O
B E T OOR
tJKL.JIP JM~. .V.« .1
1 J.M. Mohrmann, Koninklijke Marine en zeevaartkunde 1787-1850. De overheid neemt de regie in handen, in: De Hollandse
Cirkel (2003-3), p. 71-84
12