van de met de Britten gedeelde westgrens, de omgeving van Singapore, werd vervaardigd door Melvill van Carnbee in 1837. Deze kaart vormt de basis voor de eerder genoemde kaart die in 1843 door de Britse hydrografische dienst overgenomen werd.20 Samenvattende conclusies Rond 1800 hadden de Britten in het Australisch- Aziatisch deel van de wereld twee koloniale sterrenwachten, één in Brits-Indië (Madras- Nungambakkam) en één in Australië (Sydney- Paramatta). Sterrenwachten vormden de meetbasis voor de wereldwijde triangulatie en waren derhalve referentiepunten voor de grote nationale triangulaties van George Everest (Brits-Indië), die van P.P. King (Australische kust) en die van P. baron Melvill van Carnbee (Nederlands-Indië). Batavia kreeg in 1839 een tijdbal met een nauwkeurige astronomische tijd, essentieel voor hydrografen en geodeten/topografen die naar hun werkterrein op weg waren. De Britten hadden rond 1845 Brits-Indië en het belang rijkste deel van de kust van Australië op de trigonometrische kaart gebracht. De werkwijze van de Britse hydrografen en geodeten, in 1846 zichtbaar gemaakt op de Australië-kaarten van John Arrowsmith en James Wyld, had grote overeenkomsten met de aanpak van de Nederlandse marinehydrografen en van de topografen van de Landmacht. In Nederlands- Indië waren rond 1845 zeker zo'n 30 hydro grafen werkzaam met het definiëren van primaire triangulatiepunten en het vervolgens (chronometrisch) koppelen van deze punten tot een nationaal triangulatienet. Het nationale net van Nederlands-Indië, met als geografisch referentiepunt de tijdbal van Batavia, werd vervolgens gekoppeld met de tijdbal van Calcutta en daarmee, onfeilbaar dachten velen toen, met de rest van de wereld. Door P. baron Melvill van Carnbee werden stukje bij beetje, overeenkomstig de werkwijze van Britse hydro grafen, complete kustlijnen geconstrueerd. Alle aldus verzamelde nationale metingen vormden de basis voor Melvill's Algemeene atlas van Nederlandsch-Indië. Deze atlas, die in de periode 1853-1862 in meerdere edities uit gegeven werd, vulde de trigonometrische 'witte vlek' tussen Singapore en Australië. De rijks grenzen die in 1824 aan de westzijde en in 1828 aan de oostzijde met de Britse regering werden vastgelegd, zijn door Melvill in zijn atlas gepubliceerd en vormen, in grote lijnen, nog steeds de buitengrenzen van het Indonesië van nu. Met de kennis van nu (plaatsbepaling met GPS) is geconstateerd dat de nauwkeurig heid die Melvill van Carnbee in zijn kaarten en atlas van Nederlands-Indië realiseerde niet onderdoet bij die van zijn Britse en Franse collega's. Met dank aan dr S.J. de Groot In Memoriam In Geo-info 2008-2 en 3 zijn In Memoriams gepubliceerd van: - prof.ir. G.J. Bruins (1909-2007) door L. Aardoom - prof.ir. L. van Zuylen (1923-2008) door P. Geudeke 20 P. baron Melvill van Carnbee, Kort rapport over de wijze van zamenstelling der kaart van de vaarwaters en eilanden tusschen Sumatra en Borneo, in: Verhandelingen en Berigten betrekkelijk het zeewezen, de zeevaartkunde, de hydrografie, de koloniën en de daarmee in verband staande wetenschappen. (1846), p. 419-470, zelfde tijdschrift, zelfde schrijver: "Zuidelijk gedeelte van de Chinese zee" 640-687.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2008 | | pagina 27