wegenpatroon dat thans nog in hoofdzaak
beeldbepalend is voor het karakteristieke
Noord-Friese landschap van Het Bildt.
Slot
In deze en later eeuwen is men in Het Bildt
met het landmeten en kaarten maken zeker niet
opgehouden. Hiervan getuigen de atlaskaart uit
de 'Beschrijvinghe van Schotanus' uit 1664 en
de op metingen van Bemardus Schotanus
vervaardigde atlaskaart van 1698/1718. De
metingen van de kadasterlandmeters die in
1832 hun plans van Het Bildt opleverden
kunnen niet onvermeld blijven. Rond 1845
werd onder leiding van de kadasterlandmeter
Jappé een Fries driehoeksnet met drie Bildtse
parochiekerktorens als driehoekspunten
gemeten. Nadien werd het driehoeksnet van
Krayenhoff verdicht met twee Bildtse drie
hoekspunten. Het hoofddriehoeksnet van de
Rijksdriehoeksmeting leverde anno 1903
evenwel geen driehoekspunt in Het Bildt op. In
het laatst van de vorige eeuw had Het Bildt een
novum in ons land. Het eerste blad van de
landelijke GBKN, dat onder leiding van ir.
R Plantinga tot stand kwam, was een kaartblad
van Het Bildt. Tenslotte vond parallel hiermee
de uitvoering van de ruilverkaveling Het Bildt
plaats. Het hoeft geen betoog, dat ook hier
landmeters actief zijn geweest. Het is niet
onwaarschijnlijk dat landmeters ook in deze
eeuw niet met hun duim, maar met andere
technieken hun werkzaamheden op het gebied
van kaarvervaardiging in Het Bildt zullen
continueren. Maar eerder in 1505 was de
tekenaar van de schetskaart wel op een unieke
wijze creatief: evenals sommige ontwerpers na
hem tekende hij een ontwerp voor de ruimte
lijke ordening van een regio en wel op een
'achterkant'. In nummer 2006-4 van dit
tijdschrift vermeldde Pouls in zijn artikel
'Ruigenhil-Willemstad' analoog aan die van
Het Bildt "de rationele indeling in lang
werpige blokken Deze renaissance-ideeën
over ideale indelingen hadden destijds
kennelijk, evenals op Ruigenhil, ook in Het
Bildt invloed gekregen. Pouls noemt in zijn
bijdrage ook dat de kaart van Dammass Van
Dueren een nooit uitgevoerd nieuw stadsplan
zou zijn geweest. In het Bildt is dat voor wat de
wegen van de schetskaart betreft ook voor een
deel het geval geweest. Overigens zijn er
nadien door andere ontwerpers ook wel grootse
planontwerpen getekend op achterkanten van
enveloppen of sigarendozen op een wijze zoals
nu is beschreven. Bijvoorbeeld gebeurde dat
door een onbekende tekenaar, die al in 1505
een wegenplan tekende op de achterzijde van
een kaart van Groningen.
Blijft over de constatering, dat net als na 1505
de streektaal van Het Bildt voor een deel
gebaseerd is op Hollandse import, ook het
wegenpatroon in het Friese Bildt is uitgezet
met Hollandse roeden.
Bronnen
- J.H. Holsbrink, Een vroege schetskaart van de
wegen van Het Bildt, in: It Beaken, jiergong
68/2006 nümer 1/2 Fryske Akademy Ljouwert
- J.H. Holsbrink, Landmessem aff der Bilde (1)
en (2), in De Hollandse Cirkel 2003-2 en 3
- J.L. Berns, Transscriptie Stukken
Hauptstaatsarchiv Dresden CK 6007/6008
(handschrift), It Tresoar Leeuwarden, nr 461
- Gemma Frisius, Een nuttig en profijtelijk
boekje voor alle geografen. Met een
nabeschouwing door H.C. Pouls, NCG Delft
1999
- Inventaris van stukken betreffende het
bestuur van de Saksische hertogen over
Friesland (1488) 1498-1515 (1520), Fryske
Akademy, Ljouwert 1998
- W.L. Lievaart, De koningsroede, in: De
Hollandse Cirkel 2004-3
- H. C. Pouls, De Landmeter van Romeinse tot
Franse tijd, Alphen aan den Rijn 1997
- H. C. Pouls, Ruigenhil - Willemstad, in: De
Hollandse Cirke\ 2006-4
- H. van der Linde, De koningsroede, in:
Jaarboek van de Middeleeuwse Geschiedenis
3, 2000
- H. Sannes, Geschiedenis van Het Bildt, deel
I, Franeker 1951
- P. Sipma, Fryske Oorkonden II, Drachten 1966
- O. Vries, Naar ploeg en koestal vluchtte uw
taal, Leeuwarden 1993