parochies van Bozum en Oosterliittens tot de
invloedsfeer van het klooster Thabor konden
worden gerekend. Immers, hemelsbreed waren
de afstanden naar Bozum en Oosterlittens
respectievelijk maar 6 en 10 kilometer. In het
eerder vermelde lijstje komen ook de Bosemer
en Letenser roede voor, die in hedendaags
Nederlands geschreven kunnen worden als de
Bozumer en Littenser roede. Hierbij is duidelijk
dat de laatste één van die roeden is die door
kloosterling Walter van Enchusen is beschreven
als de "Letenserroede ofwel de roede van
Oosterlittens. In de kroniek van Peter van
Thabor is genoteerd dat de Bosemer roede
1 voet, 5 duimen en 10.6 strepen langer is dan
de Aberder roede. De Letenser roede heeft een
wat bescheidener afwijking en is 4 duimen en
6 strepen groter dan de Aberder roede, die
volgens genoemde kroniek "die alder kurtste
is. Voorts vermeldt Peter van Thabor: "Item an
oesterleteneser karck staen 3 roeden gheteyknt
sonder name ende sijn dese:
Afb. 2. Letenser roeden te Oosterlittens (foto
Jan Dijkstra)
Afb. 3. Bord met mededelingen over de roeden
(foto Jan Dijkstra)
Voet duum 12e pars
1 3 6
0 9 6
0 8 0
ende si gaen aberderroed boven also veel als
hier in deze tafel ghescreven staet in lancheit
Het is verbazingwekkend dat in deze kroniek
van de eerste helft van de 16e eeuw deze
roeden van Oosterlittens al genoemd worden,
die nu na ongeveer een eeuw weer hangen aan
de toren van deze kerk (afb. 2). Op de muur van
de kerk is op de foto zichtbaar, dat er een bord
met mededelingen over de roeden is geplaatst.
Hierop is het volgende te lezen (afb. 3):
"Hier gebruikte meetkettingen
Baarderadeelroede 3,89 m ca 1300 1400
O littenser uitburen 4,09 m ca 1300 1400
Koningsroede 3,73 m 1596
Een roede bestaat uit 12 voeten
g.m. Roelof Hankel 1999"
Opmerkelijk is dat op het bord de koningsroede
met een lengte van 3,73 meter wordt vermeld,
terwijl van de algemeen als standaardroede zeer
bekende Friese koningsroede de lengte in 1813
met 'grote precisie' is vastgesteld op 3,91278
meter. Mogelijk was deze roede een "roede
Hollantsche maete die door Pouls is genoemd
in zijn boek, met een lengte welke ook bij de
inrichting van Het Bildt werd gehanteerd ter
grootte van 3,75 meter. Al met al is het belang
wekkend dat op deze klassieke wijze oude
roeden met de bijbehorende tien meetpennen
worden bewaard (afb. 4).
Voorts is het aardig dat deze oude roeden aan de
voorbijgangers aldaar, alsmede aan de lezers
van dit tijdschrift door middel van deze bijdrage
32