Duiken zonder Gouden Kalf. Andere verrichtingen
van de door professor Vening Meinesz benutte
Nederlandse onderzeeboten
Leen Aardoom
Het was prof.ir. F.K.Th, van Iterson (1877-
1957), directeur van de Staatsmijnen in
Limburg, die dr. F.A. Vening Meinesz,
ingenieur in dienst van de Rijkscommissie
voor Graadmeting en Waterpassing (RCGW),
op de gedachte bracht slingermetingen van de
zwaartekracht te doen in een gedoken onder
zeeboot. Dat was nadat Vening Meinesz op het
19de Nederlandsch Natuur- en Geneeskundig
Congres (5-7 april 1923 te Maastricht) verslag
had gedaan van zijn recente pogingen om met
het standaard Von Stemeck - Stückrath vier-
slingerapparaat van de Commissie, maar onder
toepassing van zijn in 1915 in zijn proefschrift
uitgewerkte meetstrategie, aan boord van een
beweeglijk oppervlakteschip zwaartekrachts
metingen op zee te doen. Het meten van zwaar
tekracht op zee was in die tijd een van de
technische uitdagingen waarvoor de aard
wetenschappen - met name de geodesie - zich
geplaatst zagen.
Vening Meinesz 'ging er voor' en na bemidde
ling van de gezaghebbende Rijkscommissie
Afh. I. Hr.Ms. K II, waarmee dr.ir. F.A. Vening Meinesz in 1923 zijn eerste operational zwaarte-
krachtsreis maakte, bleef tot 1931 in de vaart. Proefduik bij Vlissingen in 1920 (Foto collectie
Nederlands Instituut voor Militaire Historie [NIMH])