A fb. 2. De in april 1945 in Australië uit dienst gestelde K XI vertrok op 15 oktober 1925 met dr.
Vening Meinesz en zijn nog experimentele drie-slingertoestel vanuit Den Helder. (Foto collectie
NIMH)
kreeg hij gelegenheid voorjaar 1923 een proef
te doen nabij de marinebasis Den Helder. De
hoopgevende uitkomsten daarvan leidden ertoe
dat de onderzoeker nog datzelfde jaar met zijn
uitrusting aan boord van Hr.Ms. KII mocht
meevaren naar het toenmalige Nederlands
Oost-Indië, in konvooi samen met Hr.Ms. K VII
en K VIII, begeleid door het moederschip
Pelikaan. De uitkomsten van deze expeditie
gaven in 1925 aanleiding tot de bouw van het
door Vening Meinesz bedachte drie-slinger
apparaat waarmee hij beroemd zou worden en
dat nog datzelfde jaar ter beproeving scheep
ging in Hr.Ms. KXI. In de daarop volgende
jaren ging het gaandeweg verbeterde prototype
mee op expedities met diverse onderzeeboten
van de Koninklijke Marine.
Tussen de Onderzeedienst en de "onderzee
bootprofessor" Vening Meinesz - hij werd in
1927 buitengewoon hoogleraar in Utrecht en
later in Delft - groeide, ook op persoonlijke
basis, daarbij een hechte band. Na met Hr.Ms.
KII 1923) en KXI (1925), reisden Vening
Meinesz, dan wel zijn medewerkers, met de
KXIII1926-'27 en 1929-'30), KXVIII 1934-
'35), O 12 (1937), O 13 (1938), O 16 (1937),
O 19 (1939), O 24 (1948-'49) en met Hr.Ms.
Tijgerhaai (1951), Zeeleeuw (1956) en Walrus
(1957). Vening Meinesz c.s. profiteerden
daarbij van het met de ontwikkeling van de
techniek toenemend dieptebereik van de
nieuwere boten; belangrijk in verband met het
ongestoord meten van de zwaartekracht; dit
alles met het in de loop der tijd aangepaste
drie-slingerapparaat, door de onderzeebeman
ningen 'het Gouden Kalf' genoemd, vanwege
het uiterlijk van het overwegend messingen
apparaat en de extra duiktoelage die zij per
zwaartekrachtsstation ontvingen.
Vening Meinesz en zijn collega's en medewer
kers hebben het alles uitvoerig beschreven,
waarbij nadrukkelijk ook aandacht werd
besteed aan de rol van de Koninklijke Marine
in het algemeen, de Onderzeedienst en de
bemanningen. Met de onthulling van een
monument bij de Onderzeedienst in Den
Helder en van een bronzen plaquette in het
Geografisch Instituut van de Universiteit te