Utrecht - de wetenschappelijke thuisbasis van de professor - vestigde het Algemeen Nederlandsch Comité "Onze Marine" in 1938 de aandacht op het feit dat Vening Meinesz op 30 januari 1937 zijn 750ste onderzeese slinger meting had gedaan en dat hij op 12 februari van dat jaar zijn 100.000 zeemijlen had volge- maakt; dit laatste tijdens zijn "stormreis" naar Washington D.C., een hachelijk avontuur, waarbij Hr.Ms. O 16 de Potomac opvoer en de Nederlandse gezant in Amerika de professor en de commandant, luitenant ter zee le klasse C.J.W. van Waning, mocht voorstellen aan president Roosevelt. Het bezoek aan Washington bevestigde Vening Meinesz' al bestaande samenwerking met Amerikaanse onderzoekers en met de Amerikaanse marine. Te beginnen in 1904 werden er in Nederland, met name in Rotterdam, onderzeeboten gebouwd met O-, respectievelijk K-nummers. De O-boten waren bestemd voor de reguliere Nederlandse dienst, de bouw van de K-boten kwam ten laste van het budget voor de koloniën. De reizen die de onderzeeboten maakten waren, naast oefening en vlagvertoon, mede bedoeld om reclame te maken voor de Nederlandse scheepsbouw, die ook wat de onderzeeboten betrof in diverse opzichten toonaangevend was. De vraag om 'scheeps- ruimte' door 'de professor' beïnvloedde niet alleen de keuze van de vaarroutes van de Onderzeedienst, maar ook de bouw van nieuwe boten. Daarbij werd zelfs rekening gehouden met de voor die tijd uitzonderlijke lichaams lengte van de geleerde, wiens ongestoorde nachtrust een extra lang kooiraam vereiste. Bij de bouw van de K XVIII werd ook rekening gehouden met accommodatie voor zijn mee te nemen slingerapparatuur. De beroemde en Afb. 3. In maart 1942 werd Hr.Ms. K XIII te Soerabaja door haar bemanning vernietigd. Hier in betere tijden: in juli 1926 met dr. Vening Meinesz en zijn drie-slingertoestel bij de ingang van het Panamakanaal. (Foto collectie NIMH) 56

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2008 | | pagina 14