Soerabaja kort vóór het uitbreken van de
vijandelijkheden in het Verre Oosten, zodat zij
voor deelname aan de operaties van december
dat jaar niet beschikbaar was. Tijdelijk onder
commando van luitenant ter zee le klasse
C.A.J, van Well Groeneveld, nam Hr.Ms.
K XVIII in januari/februari 1942 met grote
inzet, maar door tegenslag geplaagd, deel aan
aanvallen op de Japanse invasievloot op weg
naar Balikpapan. Daarbij werden niettemin een
Japans transportschip en een onderzeeboot
jager tot zinken gebracht. Beschadigd terug in
Soerabaja, werd zij, evenals Hr.Ms. KXIII, op
2 maart 1942 door eigen personeel vernield.
Van Well Groenveld, die zich als commandant
van de toenmalige Derde Divisie Onderzee
boten ervan wilde overtuigen dat zijn boten,
waaronder de K XVIIIinderdaad onbruikbaar
waren gemaakt, kwam enkele dagen daarna
door een niet geplande ontploffing om het
leven. In 1944 hebben de Japanners het wrak
van de K XVIII gelicht en na beperkt herstel
voor ondersteunende taken in gebruik
genomen. Aldus in Japanse dienst, werd de
voormalige KXVIII op 16 juli 1945 in de
Javazee door de Engelse HMS Taciturn getor
pedeerd en tot zinken gebracht.
O 12
Hr.Ms. O 12 werd in november 1930 te Vlissin-
gen bij Maatschappij "De Schelde" te water
gelaten en in juli 1931 bij de Onderzeedienst in
dienst gesteld. In 1935 voerde een oefenreis,
samen met andere schepen, naar de Noorse
wateren. Na een reis naar en in de West in 1937,
kreeg Vening Meinesz op de thuisreis in
november-december gelegenheid aan boord bij
luitenant ter zee le klasse H.C.W. Moorman na
te gaan of een aangebrachte modificatie van zijn
apparaat voldoende afrekende met de storende
invloeden, zoals de jonge Engelse onderzoeker
B.C. Browne kort daarvoor had voorspeld.
Afb. 7. Hr.Ms. O 16 liep in december 1941 in de Zuid-Chinese Zee op een mijn. Hier in februari
1937, na haar hachelijke Atlantische oversteek, ligt zij afgemeerd te Washington D.C. (Foto
collectie NIMH)
60