Ajb. 8. Nog niet beproefd, ontsnapte Hr.Ms. O 24 in mei 1940 van Rotterdam naar Engeland. Hier op
de foto na haar tewaterlating bij Wilton-Fijenoord in maart, kort daarvoor. (Foto collectie NIMH)
Terug van een herhaalde reis naar de West, lag
de O 12 bij de Duitse inval in mei 1940 voor
het vierjaarlijks onderhoud in Den Helder, op
de Rijkswerf Willemsoord. Daar werd zij op
14 mei door de bemanning tot zinken gebracht,
maar vervolgens in opdracht van de bezetter
gelicht en bij "Wilton-Fijenoord" te Schiedam
hersteld. Begin 1943 kwam de O 12 als UD-2
in Duitse dienst en werd gestationeerd te
Bergen in Noorwegen. In juli 1944 uit dienst
gesteld, werd de voormalige O 12 in mei 1945
te Kiel door de capitulerende Duitsers vernield.
O 13
Deze onderzeeboot werd in ongeveer dezelfde
tijd als de O 12 bij "De Schelde" gebouwd en
opgeleverd. Zij kwam in oktober 1931 in
dienst, op tijd voor een tochtje in juni 1932 met
prins Hendrik ter gelegenheid van het 25-jarig
bestaan van de Onderzeedienst. Al enkele
weken daarna koos Hr.Ms. O 13, onder luite
nant ter zee le klasse R Rouwenhorst en met
Vening Meinesz, zee voor een reisje van zes
weken naar Madeira en de Azoren. In de eerst
komende jaren had de O 13 twee aanvaringen:
één in september 1933 in het Schulpengat,
dichtbij huis, waarbij het eveneens uit Den
Helder afkomstige vissersvaartuig HD 7 zonk,
en vervolgens één in januari 1934 in het
Noordhollands kanaal met motorschip Nieuwe
Zorg. Eind augustus 1939, dus daags vóór het
uitbreken van WO II, meerde de O 13, komend
uit Curagao, af in Den Helder.
Na groot onderhoud op de Rijkswerf kreeg
Hr.Ms. O 13, liggend in de buitenhaven, vroeg
in de nacht van 9 op 10 mei 1940 opdracht uit
te varen en een afwachtende positie in te
nemen binnen de territoriale wateren ter hoogte
van Bergen en Egmond. Nog diezelfde dag
kreeg zij opdracht uit te wijken naar Engeland.
Van daaruit patrouilleerde de O 13 tijdens de
61