Column: geld en status van landmeters In Alkmaar mag dan een beeld van een vestingbouwer als landmeter staan: jongeren kozen de laatste decennia weinig voor opleidingen in dat vak. Hun motief van een lage status en een mager inkomen wordt herhaaldelijk genoemd. Zo gaf TUD-professor Guus Berkhout perso- neelzoekende geo-bedrijven de overweging mee: 'Als je mensen te laag betaalt krijg je het op je boterham.' Geo-info 2007-7/8, p. 294). Hans Vos citeerde op het laatste GIN-congres nog een VWO-er over zijn niet willen kiezen voor een opleiding landmeten: 'Je verdient er geen drol mee.' Geo-info 2007-12, p. 499). Hoogte van het inkomen wordt al jaren als indicator voor het hogere doel, de maatschappelijke status, gezien. Beide waren voor volgens mij ooit beter voor landmeters, toen vrijwel allen nog Zelfstandigen-Zonder-Personeel (ZZP-ers) avant la lettre. (Hun kettingtrekkers waren geen personeelsleden, maar los werkvolk.) Muller en Zandvliet hadden het in de inleiding van hun boek van 1987 over landmetersadmis- sies over lage waarderingen en beperkte opleidingsmogelijkheden. (Hadden ze kennis kunnen nemen van het in de vorige column besproken werk van Van Winter uit 1988, dan hadden ze dat laatste misschien genuanceerd.) Ze signaleerden de rol van de landmetersadmissie als aureool voor technici. Toch vatten ze samen: "In de 17e en 18e eeuw werden in ons land technische vakken en exacte wetenschappen niet erg hoog gewaardeerd." Echter: het gemiddelde jaarinkomen van landmeters in vijftien stemhebbende steden van Holland (zonder Amsterdam) bedroeg in 1742 wel 2150 gulden. Dat was precies zoveel als dat van een advocaat en bijna zoveel als dat van een hoogleraar (2450 gulden). Schoolmeesters zaten op 650 gulden, apothekers op 950 gulden en academisch geschoolde medicinae doctores op 1650 gulden. (Bron: W. Frijhof, Non satis dignitatis... Over de maatschappeljke status van geneeskundigen tijdens de Republiek, in: Tijdschrift voor Geschiedenis 96 [1983]). Ook de nieuwe boeken over de Brabantse landmeters Verhees en Adan leerden dat het met hun status wel goed zat. Verhees was ook politicus en bestuurder en een Adan was burgemeester van Wouw. Ze verdienden ook als landmeter nog niet slecht! (De inhoudspagina van Geo-info 2008-2 suggereerde wel een te grote welstand door pal boven de zin 'De Adan-familie tentoongesteld' zonder toelichting een plaatje van de keurvorst van Beieren af te beelden, maar binnenin werd dat wel duidelijk.) "De belangrijkste reden om te gaan freelancen is geld." Dat is de ervaring nu van een geo- detacheringsbureau, dienstbaar aan ZZP-ers. Zie in Geo-info 2008-1 het artikel: 'Zou u ook niet liever eigen baas willen zijn?' De cirkel lijkt weer rond. Hoe zo'n fout beeld over de vroegere beloning van landmeters kon ontstaan? Dat is bijvoor beeld nog niets vergeleken bij Rijkswaterstaat, die al bij het 75-jarig jubileum van de Afsluitdijk tweetalig op een plaquette liet zetten dat koningin Wilhelmina deze opende. Dat deed echter VJ.P. de Blocq van Kuffeler, directeur-generaal der Zuiderzeewerken. Ook daarvan vindt aanpassing plaats. Adri den Boer 80

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2008 | | pagina 38