plaggen uit de potstallen. De grenzen van de opgehoogde rogge- en knollenakkers zijn daar ook eeuwenlang aangeduid met veldkeien uit de streek, met als voorbeeld de grenzen van de Zenderse es, voordat deze in het midden van de vorige eeuw werd verkaveld (afb 2). Minder bekend is dat ook de grenzen van de marken door grote natuurstenen keien of andere aanduidingen werden aangegeven. De marken waren tot in de 19e eeuw eeuwenoude lokale agrarische bestuurseenheden in Oost- Nederland, die de gemeenschappelijke bossen, heidevelden, weiden en venen beheerden. De grenzen tussen de marken van de betreffende dorpen en buurtschappen liepen door deze gemeenschappelijke woeste gronden en waren uiteraard niet direct zichtbaar. Ze waren op de knikpunten van de grenzen aangeduid met genoemde grote markestenen, palen of bomen. De ligging van deze niet direct zichtbare grenzen waren eeuwenlang een voortdurende oorzaak van grensgeschillen. Legio zijn het aantal markegrensoverschrijdende handelingen van boeren van aangrenzende marken. Die niet toegestane werkzaamheden bestonden uit plaggen steken, weiden van vee, turfsteken, houtkappen, kortom alles wat men op naburige markegronden illegaal kon doen. Afb. 1. Grenspaal op de Noorddijkeres nabij Duider (foto 's Henk Holsbrink) Afb. 2. Oude situatie ruilverkaveling De Zenderse Es omstreeks 1950 Deze handelingen waren uiteraard verboden en op overtredingen stonden strenge straffen of boetes. Om die reden was het erg belangrijk dat de grensaanduidingen betrouwbaar waren en ook duidelijk zichtbaar waren aangebracht voor de markegenoten aan weerszijden van de markegrenzen. Daarom vond een of twee keer per jaar een zogenaamde "loakegang" plaats, waarbij in tegenwoordigheid van de beide markerichters en getuigen, waaronder ook kinderen, de grensaanduidingen op hun juiste ligging werden gecontroleerd. Wijlen Ria van Harten-Fransen heeft deze lakegang uitvoerig in haar genoemd boek beschreven. Maar naast de grenstwisten ten aanzien van de marke grenzen waren er uiteraard ook grensgeschillen van eigendomsgrenzen op de essen, die meestal met (verplaatsbare) palen, veldkeien of voren waren aangeduid. Afbeelding 1 geeft hiervan een indruk. Afbeelding 2 geeft een indruk van de eigen domsgrenzen van de Zenderse es, zoals deze bestonden voor de voltooiing van de ruilver kaveling begin vijftiger jaren van de vorige eeuw en die voordien voor een deel met grenstenen, palen of voren werden aangeduid. "De Gleunige" Over de "gleunige zegt het Twents Woorden boek ten slotte nog het volgende: tti.WS Oude Toestand Old 3il«.Uon Mor. K)SO AlUr Bulond 101

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2008 | | pagina 23