is het verschil tussen het magnetische en het ware noorden. In de zeevaart wordt die hoek 'variatie' genoemd. De grootte van die hoek hangt af van de plaats op aarde, bovendien verandert deze in de loop der tijd. In de 16e eeuw was men bekend met het verschijnsel van de magnetische declinatie, maar men was niet op de hoogte van de verandering in de tijd. Het probleem dat door de declinatie ontstond werd op twee manieren opgelost. De eerste was dat men het effect van die miswijzing reeds van te voren in het kompas verwerkte door op de bodem van de kompasroos die miswijzing aan te geven en daar de kompasnaald op in te stellen. Deze oplossing genoot in de 16e eeuw in ons land de voorkeur. Kompassen met deze Jtete Afb. 5. De onderdelen van een astronomisch astrolabium constructie werden gemeene of Hollantse kompassen genoemd. Het zal duidelijk zijn dat dergelijke kompassen alleen maar geschikt waren voor een beperkt gebied. De tweede oplossing was dat men de naald gewoon op de noord-zuidlijn liet inspelen en bij het gebruik rekening hield met de declinatie, maar dit werd wel eens vergeten! Een dergelijk type werd Italiaens kompas genoemd. Astronomen hadden in die tijd al hoekmeet- instrumenten voor astronomische waar nemingen, namelijk het astrolabium, het meetkundig vierkant en het kwadrant. Het astrolabium was een gecompliceerd instrument, dat in de eerste plaats bestemd werd voor astronomische berekeningen. De achterkant (dorsum genaamd) werd gebruikt voor hoogtemetingen naar de diverse hemel lichamen. Daarom was daar een graad verdeling en een zogenaamd schaduwvierkant aangebracht en verder een vizierliniaal of soms een holle kijkerbuis (afb. 5).5 In de loop van de 16e eeuw kwamen diverse landmeetkundige instrumenten in gebruik die ontwikkeld waren uit deze astronomische instrumenten. Verwarrend is dat er niet alleen veel verschil lende uitvoeringen waren, maar ook dat er geen duidelijkheid was in de benaming. Cirkelvormige instrumenten werden vaak astrolabium genoemd, alhoewel ze geen astro nomische astrolabiums waren, maar daarnaast ook wel volle cirkel, platkloot of kompas, ook als er bij deze laatste geen kompasnaald aanwezig was! Hierna worden twee meetinstrumenten uit de tweede helft van de 16e eeuw wat uitvoeriger besproken. Afb. 6 toont een Nederlands instru ment, gedateerd 1565 en in het bezit van het Museum of the History of Science in Oxford. Helaas is de oorspronkelijke draaibare vizierl iniaal of alhidade niet meer aanwezig. Het instrument heeft een ring waarmee het verti caal gehouden kan worden, verder een ingebouwd "Hollants kompas, vier kruise lings geplaatste vizieren en twee verschillende astrolabium paard (spie) (spin) (schijf) Alhid&d* Vlzltr III Pin (as) 5 Er zijn heel veel boeken over het astrolabium verschenen. Een handig beknopt boekje is: Johann Hügin, Das Astrolabium und die Uhr, Ulm 1978 115

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2008 | | pagina 37