Column: Hollandse kijker 400 jaar oud
De voorloper van de telescoop moet 400 jaar geleden
zijn uitgevonden in Middelburg. Al in de middel
eeuwen werden brillenglazen geslepen, maar niemand
kwam op het idee om ze achter elkaar te zetten, zodat
ze elkaar versterkten. In september 1608 vroeg de
Zeeuwse brillenmaker Hans Lipperhey octrooi aan
voor zijn Hollandse kijker en dat wordt nu opgepakt
als aanleiding voor een jubileumviering. Zijn buurman
Sacharias Janssen moet ze echter al eerder voor hem
hebben gemaakt. Beide heren komen dan ook voor op
bijgaand vignet! (Middelburg vernoemde al eerder
beiden in straatnamen.) Lipperhey demonstreerde zijn
kijker - die driemaal vergrootte - aan prins Maurits. De
prins nam vanaf een Haagse toren de wijzerplaat van
de Oude Kerk in Delft waar, alsmede de ramen van de Pieterskerk in Leiden. Christiaan
Huygens borduurde later verder op het inzicht dat twee bolle lenzen een beter resultaat gaven
dan één bolle en één holle. Aan hem is dus te danken dat kijkerbeelden op zijn kop staan
(waarmee voor astronomische en landmeetkundige waarnemingen te leven was).
Diverse musea en sterrenwachten besteden dit jaar aandacht aan de telescoop. De exposities
zijn (waarschijnlijk) niet geodetisch genoeg voor een plek in de agenda van dit tijdschrift,
maar een selectie in deze column noemen kan best. In de Volkssterrenwacht Philippus
Lansbergen in Middelburg werd in april het Jaar van de Telescoop geopend met een tentoon
stelling en een historisch-astronomische wandelroute. De burgemeester van Middelburg en
een gedeputeerde van Zeeland lazen door een replica van een Hollandse kijker een tekst voor
die aan de andere kant van de zaal was opgeschreven: "In 1608 is in Middelburg gemaackt en
geïnventeerd een seecker instrument omme verre te sien." (Een Hollandse kijker is een lenzen-
kijker met een positieve lens als objectief en een negatieve lens als oculair; dat was origineel
èn de tekst hoefde dus niet op de kop te worden gehangen!)
Het Zeeuws Museum in dezelfde stad toont van 19 september tot en met 31 januari 2009 zijn
rijke telescopen-collectie. In Teylers Museum in Haarlem is tot en met 27 september de
tentoonstelling 'De hemel dichterbij halen, 400 jaar telescopie in boeken'. In Museum
Boerhaave in Leiden is van 10 september 2008 tot en met 18 april 2009 de expositie 'De
telescoop. Erfenis van een Nederlanse uitvinding'. Een boek onder die titel verscheen al eerder.
De Alkmaarder instrumentmaker en opticien Jacob Metius vroeg een maand na Lipperhey ook
octrooi aan voor een soortgelijk instrument. Toen de Staten zijn patentverzoek afwezen trok
hij zich terug en liet hij zijn telescoop aan niemand meer zien. Bij zijn dood liet hij zijn
instrumenten vernietigen om te voorkomen dat iemand zijn eer zou opeisen. Dat is gelukt.
Voor hem kwam dan ook geen standbeeld, zoals wel voor zijn vader, landmeter Adriaen
Anthoniszoon. Een fragment daarvan is in de vorige column nog afgebeeld. Hoe en door wie
dan ook: plusminus 400 jaar geleden werd in Zeeland de Hollandse kijker uitgevonden. Dat
gebeurde nog zonder stimuleringsmaatregelen, ICES-KIS- of FES-gelden!
Zie ook www.inventionofthetelescope.eu en/of: Bruno Ernst, 'Wie heeft de telescoop uit
gevonden?', in: Zenit, oktober 1985, p. 317-322.
Adri den Boer
124